Patiënten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) krijgen steeds lichtere vormen van zorg, dichterbij huis. Steeds meer mensen komen in de generalistische basis-ggz terecht. Hierdoor belanden er minder patiënten onnodig in de specialistische ggz. Dit blijkt uit onderzoek van Vektis Intelligence.
Het totaal aantal volwassen patiënten in de ggz is sinds 2014 licht gestegen, van 1 miljoen tot 1,1 miljoen. Oorzaak is volgens Vektis een sterke stijging van het aantal patiënten dat bij de praktijkondersteuner ggz (poh-ggz) bij de huisarts terechtkomt. In 2016 waren dit er bijna een half miljoen. Ruim 80 procent van de huisartsen heeft inmiddels een praktijkondersteuner.
Het aantal patiënten in de specialistische ggz nam daarentegen fors af sinds 2014. Dit is het gevolg van de in dat jaar geïntroduceerde generalistische basis-ggz, aldus Vektis. De afname is zowel zichtbaar bij patiënten die worden opgenomen als bij patiënten met een ambulante behandeling. Ook het aantal zorgzwaartepakketten (zzp’s) voor langdurige zorg in een instelling vertoont een dalende trend.
De kosten in de geestelijke gezondheidszorg daalden in de periode 2010 tot en met 2015, met name in de gespecialiseerde ggz.
In 2015 waren ruim 4.600 zorgaanbieders actief in de volwassenen-ggz, waarvan het merendeel vrijgevestigd. In de basis-ggz neemt de gz-psycholoog het leeuwendeel van de behandelingen voor zijn rekening. Gespecialiseerde ggz wordt met name geleverd in instellingen.
Depressie
De meeste mensen belanden in de ggz vanwege een depressie. Binnen de gespecialiseerde ggz is dit de grootste groep. Twee derde van de mensen die een behandeling krijgt voor depressie blijft het jaar daarna ook in de ggz. Bij ruim 10 procent van de mensen met depressie wordt binnen twee jaar na afloop van een behandeling een nieuwe behandeling gestart. Bij vrouwen zijn angst en depressie de meest voorkomende diagnoses. Bij mannen zijn dit schizofrenie en verslaving.