Zullen er in 2030 nog ziekenhuizen zijn? Of ggz-instellingen? De razendsnelle opkomst van allerlei technologieën die de zorg transformeren, maakt het antwoord op deze vragen steeds minder voor de hand liggend. Op de e-Health Convention, dinsdag in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam, gaven onder meer zorgondernemer Uwe Diegel en hoogleraar Leonard Witkamp hun visie.
Volgens Uwe Diegel staan we op de drempel van een culturele revolutie, teweeg gebracht door de exponentiële ontwikkeling van de technologie. Diegel stond zelf aan de wieg van meerdere bedrijven die innovatieve oplossingen bedenken voor de zorg. Zijn laatste vinding is Life in a Box, een draagbare koelkast voor medicijnen. Het kastje biedt uitkomst voor miljoenen patiënten die afhankelijk zijn van medicijnen die op tempratuur moeten blijven.
“We zijn op een moment aanbeland waarop alle 7 miljard inwoners van deze aarde in hun zak een computer kunnen hebben die duizend keer krachtiger is dan de krachtigste computer uit 1974”, zegt Diegel. De ontwikkeling van de smartphone opent volgens hem oneindig veel mogelijkheden. Met de toepassing van e-health komt goede zorg beschikbaar voor mensen voor wie deze anders buiten bereik zou blijven, zoals mensen in ontwikkelingslanden.
Op de e-Health Convention spreekt ook Steve Donald van Babylon Health. Het bedrijf biedt een online oplossing voor de grote personeelstekorten in de zorg, waar ook de Wereld Gezondheidsorganisatie voor waarschuwt. Via een app met de mogelijkheid tot beeldbellen kunnen mensen een consult aanvragen met een van de verpleegkundigen of artsen van Babylon Health. Dat krijgen zij dan dezelfde dag nog. De zorgaanbieder is op deze manier nu naast het Verenigd Koninkrijk ook actief in Rwanda.
Weerstand
Diegel ziet echter ook nog veel argwaan jegens nieuwe technologieën, zoals grootschalige data-analyse. Mensen vrezen met name verlies van privacy, ten onrechte vindt Diegel. “Bedrijven die data verzamelen worden afgeschilderd als inhalige informatie-parasieten, die erop uit zijn om onze meest intieme gegevens te stelen. In werkelijkheid is onze persoonlijke informatie bedrijven heel weinig waard. Het zijn juist grote hoeveelheden geanonimiseerde data die van betekenis en waarde kunnen zijn. En die kunnen dan juist van waarde zijn voor patiënten en cliënten wanneer deze helpen zorg te verbeteren”, aldus de zorgondernemer.
Weerstand tegen innovatie ervaart ook Leonard Witkamp, directeur van KSYOS Telemedisch Centrum en bijzonder hoogleraar Telemedicine aan de Afdeling Klinische Informatiekunde van de UvA. Witkamp betoogt dat met zorg op afstand de helft van de verwijzingen naar de poliklinieken van ziekenhuizen kan worden voorkomen, terwijl patiënten sneller worden geholpen. Door zorg thuis te organiseren zou bovendien de helft van de in ziekenhuizen opgenomen patiënten naar huis kunnen, wat een hoop ziekenhuisinfecties zou kunnen schelen. Ziekenhuizen in hun huidige vorm zouden volgens Witkamp in 2030 niet meer kunnen bestaan, als de bewezen effectieve toepassingen van e-health volop zouden worden gebruikt.
Financiële belangen
Maar dat worden ze niet, constateert Witkamp. “Ons zorgsysteem houdt innovatie klein”, zegt hij. De hoogleraar wijt dit aan de financiële belangen van grote zorginstellingen en een zorgstelsel dat nog altijd productie beloont. De vergrijzende populatie en stijgende zorgkosten maken het volgens Witkamp onvermijdelijk dat er toch een ander model komt. “Of wij dat nou willen of niet.”
Volgens Witkamp biedt innovatie, zoals de inzet van e-health om onnodige bezoeken aan het ziekenhuis te voorkomen, echter ook kansen voor zorgverleners om hun werk weer te doen zoals zij dat zich hadden voorgesteld toen zij voor de zorg kozen. “De overgrote meerderheid van de mensen zit in de zorg uit overwegingen van medemenselijkheid. Investeren in innovatie is investeren in deze medemenselijkheid. De tijd die bespaard kan worden met zorg op afstand, kan gebruikt worden om zorg weer persoonlijker te maken. Vergoed het goede gesprek en vergoed gezondheid in plaats van ziekte”, aldus de KSYOS-directeur.