Driekwart van de zeventigplussers heeft nog geen enkel initiatief genomen om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. Ze hebben geen informatie ingewonnen over aanpassingen in huis of ze vinden het nog te vroeg om hierover na te denken. Pas als hun gezondheid achteruit gaat komen ze in actie. En dan is het meestal te laat.
Dat blijkt uit een onderzoek van de stichting Zilver Wonen onder 5258 ouderen met een gemiddelde leeftijd van 72 jaar. De stichting is in 2015 opgericht “om ouderen bewust te maken van hun woonsituatie en van de noodzaak om vooruit te kijken”.
Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten verwacht Zilver Wonen over vijf tot acht jaar grote problemen. “Er is namelijk een groot tekort aan seniorenwoningen, ongeveer 60.000, en het merendeel van de senioren woont in een niet-aangepaste woning”, zegt voorzitter Coen Staal.
Uit het onderzoek is ook gebleken dat 64 procent van de alleenstaanden ouderen niet in een toekomstbestendige woning woont. Voor samenwonenden is dat 55 procent. Staal: “Deze laatste groep heeft het dus beter voor elkaar, terwijl alleenstaande ouderen toch al kwetsbaarder zijn.”
Maatregelen
Van de ondervraagden gaf 24 procent aan maatregelen te hebben genomen om langer zelfstandig te kunnen wonen. De meesten beginnen met het beter toegankelijk maken van het toilet. Verder staan aanpassingen in de badkamer, zoals steunbeugels en het minder glad maken van de vloer op het programma. Ook vervangen steeds meer ouderen het bad door een inloopdouche.
Het onderzoek is uitgevoerd door de ouderenbond ANBO, een van de partners van Zilver Wonen. (ANP)