Wmo-hulpmiddelenleveranciers scoren in de meerderheid van de Nederlandse gemeenten onvoldoende wat betreft de kwaliteit van dienstverlening. Levertijden van bijvoorbeeld rolstoelen en scootmobielen zijn vaak te lang. Ook krijgen gebruikers in veel gevallen niet het best passende hulpmiddel, maar een hulpmiddel dat binnen de vooraf vastgelegde prijsstelling valt.
Dit concludeert adviesbureau BS&F, dat gemeenten adviseert bij de inkoop van hulpmiddelen, na onderzoek onder meer dan honderd Nederlandse gemeenten.
Gemeenten verstrekken in het kader van de Wmo 2015 hulpmiddelen aan inwoners met een fysieke beperking. Gemeenten werken hiervoor samen met één of meerdere leveranciers. De contracten worden periodiek aanbesteed, waarbij een meerderheid van de gemeenten de voorkeur geeft aan een contractrelatie van vijf jaar of langer.
Dienstverlening
Over de prijs en de kwaliteit van de hulpmiddelen zijn de meeste gemeenten positief, zo valt in het onderzoeksrapport te lezen. Over de mate waarin gemeenten door leveranciers worden ontzorgd, bijvoorbeeld in het proces van aanvragen, zijn ze minder te spreken. Ook de kwaliteit van de dienstverlening is minder goed dan vooraf is beloofd. Doordat de meeste gemeenten met één leverancier een contract afsluiten, heeft de gebruiker die slechte service ervaart bovendien geen vrijheid om te kiezen voor een andere leverancier.
Gemeenten kiezen een Wmo-hulpmiddelenleverancier overwegend op basis van de prijs. Leveranciers worden hierdoor gedwongen om de dienstverlening te beperken tot de mogelijkheden binnen het contract en is er vaak onvoldoende ruimte voor innovatie en duurzame ontwikkeling, stellen de onderzoekers. Dit druist volgens hen in tegen de ambities van het kabinet Rutte III, dat in het regeerakkoord aangeeft dat “publieke aanbestedingen bij overheidsopdrachten in het sociale domein kunnen bijdragen aan goede en betaalbare ondersteuning en kansen bieden voor nieuwe toetreders en innovatieve vormen van ondersteuning”.
Keuzevrijheid
Meer keuzevrijheid voor gebruikers tussen verschillende leveranciers zou volgens de onderzoekers moeten helpen de huidige problemen op te lossen. Verschillende gemeenten experimenteren al met een nieuwe vorm van aanbesteden met meer keuzevrijheid. Ze sluiten contracten met meerdere Wmo-hulpmiddelenleveranciers en betrekken de wensen van gebruikers in de aanbesteding. Gemeenten die hiermee bezig zijn ervaren positieve resultaten, aldus BS&F.
Ook pleiten gemeenten voor meer samenwerking tussen gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren op hulpmiddelengebied. Dit zou ervoor moeten zorgen dat het gebruik en de verstrekking van hulpmiddelen efficiënter wordt georganiseerd tussen verschillende regelingen, opdrachtgevers en leveranciers. Te denken valt aan gezamenlijke inkoop of uitwisseling tussen gemeenten en instellingen binnen de regio.