De geestelijke gezondheidszorg maakt veelvuldig gebruik van e-health-toepassingen. Dit leidt vaak tot meer administratieve handelingen doordat een koppeling met het patiëntdossier ontbreekt. De informatie-uitwisseling rondom de patiënt lijdt hier ook onder. Verbetering is op korte termijn mogelijk door gebruik te maken van bestaande informatiestandaarden, zoals voor medicatieveiligheid. Dit concludeert Nictiz op basis van een onderzoek naar informatie-uitwisseling in de ggz.
Onderzoeksinstituut Nictiz heeft samen met de ggz-organisaties Rivierduinen, Arkin, GGZ Oost-Brabant en Parnassia Groep een (technische) marktanalyse gemaakt. De belangrijkste bevindingen en aanbevelingen zijn beschreven in het rapport Informatie-uitwisseling in de ggz-sector.
Op dit moment ontbreken in de ggz landelijke beleidskaders en standaarden voor een goede informatie-uitwisseling. Hierdoor wordt behandelinformatie en/of informatie over diagnoses vaak nog ongestructureerd vastgelegd. Dit betekent een lage mate van uitwisselbaarheid van patiëntinformatie en een hoge administratieve last voor de zorgverlener. Uit het onderzoek komt naar voren dat met name de uitwisseling tussen ggz-organisaties onderling, tussen ggz-instelling en e-health-toepassingen en tussen ggz-instelling en gemeenten snel verbetering behoeven.
De belangrijkste conclusie uit het onderzoek luidt dat door hergebruik van bestaande standaarden uit de zorgsector op korte termijn winst te behalen valt in de verbetering van de informatie-uitwisseling in de sector. Het ontwikkelen van nieuwe standaarden is op dit moment niet nodig, omdat implementatie van bestaande standaarden mogelijk is, zoals voor verpleegkundige overdracht, laboratoria en medicatieveiligheid. Ook een gedeelte van de Basisgegevensset Zorg (BgZ) is geschikt voor gebruik in de ggz, aldus Nictiz.