Digital and mobile healthcare concept with hand holding smart phone
Grote technologiebedrijven in de zorg kunnen een voorbeeld nemen aan start-ups in de sector. Met hun lef, lenigheid, doorzettingsvermogen en vindingrijkheid vertegenwoordigen start-ups eigenschappen die veel corporates niet of niet meer hebben.
Dat betoogde Alberto Prado, hoofd van het start-up programma Philips HealthWorks, tijdens het StartupFest Health dat op 26 september werd gehouden in Utrecht. “Als het om ondernemerschap gaat zijn het de corporates die zullen moeten veranderen”, aldus Prado. “Zij zullen leniger en innovatiever moeten worden. Start-ups hebben op hun beurt toegang nodig tot fondsen, bedrijfsmiddelen, expertise, ervaring met research and development en logistieke ondersteuning. Dat kunnen wij weer bieden. Daarom is de samenwerking tussen start-ups en een groot bedrijf als Philips een match made in heaven.”
Prado erkende ruiterlijk dat Philips er strategisch belang bij heeft om voeling te houden met technologische pioniers. Als topmanager bij mobiele telefoonfabrikant Nokia kon hij van dichtbij meemaken wat er gebeurt als een groot bedrijf op zijn handen blijft zitten. “Als we kijken naar de disruptie in de telecommunicatie, dan reageerde Nokia te laat”, aldus Prado. “Ik zie nu eenzelfde innovatiegolf in de zorg. Philips heeft er dus alle belang bij om te leren.” Daarbij is de samenwerking, hoe inspirerend ook, niet vrijblijvend. Prado: “The proof of the pudding is in the valorisation.”
Het versnellingsprogramma van Philips is eerder dit jaar op vier plaatsen van start gegaan; Cambridge (Massachussets, VS), Bangalore (India), Shanghai en Eindhoven/Hamburg. In Utrecht mochten zes start-ups de eerste resultaten presenteren. Het gros van de initiatieven had betrekking op slimme, snelle digitale diagnostiek.
Mooie oplossingen die ogenschijnlijk zo de markt op kunnen, maar Prado wist ook uitgebreid te vertellen van de problemen van start-ups. “Veel start-ups struikelen in het eerste jaar over regulering. Daarom is het goed om claims niet te zwaar aan te zetten. Kies bijvoorbeeld liever voor een hulpmiddel dat ‘aanbevelingen’ doet in plaats van ‘diagnoses’ stelt. In de loop van de tijd kun je altijd zorgen dat een product gaat voldoen aan alle vereisten voor medische hulpmiddelen.”
Aansluiten
Ook is het vertrekpunt van start-ups volgens Prado niet altijd juist. “Probleem en oplossing sluiten vaak niet goed op elkaar aan óf de oplossing is te duur en ingewikkeld voor het probleem. Initiatiefnemers van start-ups hebben vaak een puur technische achtergrond met nauwelijks kennis van de inrichting van het stelsel en de financieringssystematiek. Aan wie verkoop je je product, wie is de eindgebruiker, wordt het product vergoed? Dat zijn vragen waar je antwoord op moet hebben. Ziekenhuizen zijn bovendien niet de makkelijkste klanten. Ze zij vaak risicomijdend, maar wel met goede reden, want het gaat over mensenlevens.”
En dan zijn er nog de uitdagingen die de digitale wereld stelt. “Het probleem met data is dat ze overal en nergens zijn”, aldus Prado. “Data zijn extreem gefragmenteerd, terwijl anderen eigenaar zijn. Start-ups onderschatten vaak het belang van tijdige toegang tot data.”
Bureaucratisch
Kai Eberhardt, CEO van de pionier op het gebied van digitale dieetondersteuning Oviva, putte in Utrecht uit eigen ervaring. Zijn verhaal maakte duidelijk dat er niet één ideale samenwerkingspartner is voor start-ups in de zorg. “Zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid, ze acteren allemaal anders… Naarmate ze groter zijn komen er meer lagen van beslissers met elk eigen belangen. Een zorgverzekeraar wordt door start-ups vaak gezien als een schitterend mooie partner, maar in werkelijkheid zijn ze vaak bureaucratisch en het is nog maar de vraag of ze de eindgebruiker kunnen beïnvloeden. Fabrikanten willen weer niet dat er vragen worden gesteld over hun product. Farmaceuten zullen altijd beweren dat hun pil geweldig is. Maar technische innovaties van start-ups doen in feite afbreuk aan hun waarde-propositie.”
“Als ondernemer moet je de verschillen in regelgeving tussen verschillende sectoren haarfijn weten, anders kun je jezelf in diskrediet brengen bij investeerders”, aldus Eberhardt. “Veel investeerders hebben overigens geen kaas gegeten van de zorg. Steek dus veel tijd in uitleg en voorlichting, want investeerders hebben wel veel invloed. Kap het contact af als blijkt dat een investeerder het echt niet begrijpt.”
Positieve trends
Ondanks zulke hindernissen hebben technologische innovaties en daarmee ook start-ups de toekomst in de zorg, zo viel uit het betoog van Philips-topman Prado op te maken. “Een key driver is de groeiende, ouder wordende bevolking. Er is te weinig capaciteit en de toegang tot het systeem is onvoldoende. In de VS heeft in 2020 de helft van een bevolking een chronische aandoening. Zonder ingrijpen betekent dat een toename van de zorguitgaven van 5,4 miljard dollar. Zorgstelsels bereiken hun breekpunt, maar technologische innovatie kan uitkomst bieden. Daarbij zijn er ook positieve trends. Mensen willen nauwer betrokken zijn bij hun eigen gezondheid. En er is een omslag naar waardegedreven zorg. Bovendien wordt zorg steeds meer in een lage kosten omgeving aangeboden, bij voorkeur zelfs thuis. In combinatie met de digitalisering biedt dat allerlei nieuwe mogelijkheden.”
Oftewel: start-up entrepreneurs moeten vooral aan de slag gaan. Het welslagen van hun onderneming hebben ze volgens Prado voor een aanzienlijk deel in eigen hand. “Valideer, als je dat niet tijdig en regelmatig doet, kom e vanzelf een muur tegen.”