Journal Inside 35824_067_012 (2015) Publikationsname / Publikationsnummer / E-Tag TT.MM.JJJJ (optional)
Het ministerie van VWS schuift de bezwaren tegen een onderhandelbaar huisvestingstarief in de langdurige zorg terzijde. Brancheverenigingen ActiZ, GGZ Nederland, RIBW Alliantie en VGN, die eerder bezwaar aantekenden, tonen zich teleurgesteld.
Volgens de brancheverenigingen brengt een onderhandelbaar huisvestingstarief zoveel onzekerheid met zich mee dat financiers niet langer bereid zullen zijn om geld te verstrekken, terwijl investeringen in vastgoed, onderhoud, veiligheid en technologie in de langdurige zorg juist broodnodig zijn. Daarbij gaat de introductie van een flexibel tarief als het aan VWS ligt gepaard met een korting van tien procent.
Financiering mogelijk
VWS ziet in de bezwaren uit het veld geen aanleiding voor een beleidswijziging. “Ik voel niet voor een hernieuwde splitsing in deze integrale tarieven, waarbij vastgoed weer een integraal onderdeel wordt”, schrijft directeur-generaal langdurige zorg Kees van der Burg in reactie op de brandbrief van de brancheverenigingen. “Dat financiers kritischer geworden zijn, begrijp ik goed. Desalniettemin is het nog steeds mogelijk om voor een goed plan financiering te krijgen.”
Van der Burg wijst er daarnaast op dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)van plan is om rentecomponent minder sterk te verlagen dan de 10 procent die in de eerdere plannen werd genoemd. Als het om het bekostigen van veiligheidsmaatregelen -met name op het gebied van brandveiligheid- gaat is er daarnaast een meerjarig subsidieprogramma.
Teleurstellend
Branchevereniging ActiZ noemt de reactie van VWS ‘teleurstellend’. Daarbij voelt ActiZ zich blijkens de eigen reactie niet serieus genomen. “De ervaring in het gesprek en de brief bevestigen het beeld dat VWS ver van de praktijk afstaat en met een ideaal-typisch beeld van het stelsel naar de werkelijkheid kijkt. […] Dat met vastgoed investeringen lange termijnverplichtingen aangegaan moeten worden, die niet onderhandelbaar zijn, wordt genegeerd. Dat verblijfsruimten een ander karakter hebben dan productieruimten en om die reden in de exploitatie vaak gescheiden worden gehouden wordt niet begrepen”, stelt ActiZ. “De reactie van VWS in het gesprek was ook dat als het bij ziekenhuizen kan, waarom niet in de care? Dat een jaarcyclus bij het zorgkantoor zich niet verhoudt tot langlopende (huur)verplichtingen, daar wordt aan voorbijgegaan.”
De introductie van een flexibel huisvestingstarief maakt onderdeel uit van de introductie van integrale tarieven in 2018. Om de vastgoedlasten te dekken kregen aanbieders in de langdurig zorg van oudsher een vaste vergoeding in de vorm van de zogeheten normatieve huisvestingscomponent (NHC). Dit past volgens VWS niet een systeem van integrale tarieven waarin zorgaanbieders hun huisvestingslasten zelf moeten terugverdienen via hun productie.