Het gebruik van e-learning in de zorgmarkt is de laatste jaren flink gegroeid. Toch is niet elke vorm van e-learning automatisch een succes. Nikki Thissen, developer Foodforcare Academy, zet de grootste valkuilen uiteen.
Bij het intern opleiden van ziekenhuismedewerkers op mbo-niveau is e-learning een handige tool. “Bij Foodforcare zetten we het in omdat we de kwaliteit van medewerkers aan het bed willen vergroten”, vertelt Thissen. Het voorkomen van de volgende 5 valkuilen vergroot de kans op een succesvol leertraject:
1. Top-down introduceren
2. Te weinig gebruik maken van interne expertise
3. Ongeschikte lesmethode gebruiken
4. Te uitdagende modules maken
5. Tekortschieten in begeleiding
1. Top-down introduceren
“Ontwikkel en introduceer nieuwe leermethodes nooit volledig van bovenaf”, vertelt Thissen. Dat zal weerstand oproepen bij medewerkers. Zij krijgen het gevoel geen instemming te hebben in de beslissing. “Word ik hier zelf ook beter van?”, vragen ze zich dan af.
Deze valkuil lijkt misschien een open deur. Toch blijkt het in de praktijk vaak lastig om trainingen gezamenlijk met de mensen aan het bed te ontwikkelen. Een aantal effectieve tips die kunnen helpen:
– Stel momenten vast waarop medewerkers actief worden betrokken bij het ontwikkelingsproces.
– Vraag medewerkers zélf waaraan modules moeten voldoen om goed en volledig te zijn.
– Indien u een bestaande e-learning aanschaft, betrek medewerkers dan om inhoudelijk de puntjes op de i te zetten.
– Nodig medewerkers uit om mee te denken in zaken als de vormgeving en naam van de training.
2. Te weinig gebruik maken van interne expertise
Een goede e-learning-module bevat kennis en expertise vanuit verschillende perspectieven. Alle lagen in een ziekenhuis zijn daarbij van meerwaarde. “Bij FoodforCare hebben we filmmateriaal ontwikkeld waarbij de patiënt die de ziekte zelf heeft, als expert aan het woord is. Je zag meteen dat dit goed werkte”, vertelt Thissen.
Medewerkers op de vloer kunnen praktische onderdelen benoemen en toelichten. Managers zijn onmisbaar voor hun helikopterview. Zij zorgen dat het ontwikkelproces gestructureerd verloopt en de juiste mensen betrokken worden.
“Stel wel op voorhand duidelijke leerdoelen op”, waarschuwt Thissen. Dat beperkt discussies achteraf en voorkomt verwarring. Zo kan optimaal gebruik gemaakt worden van alle aanwezige expertise, zonder dat een wildgroei aan inhoud ontstaat.
3. Ongeschikte lesmethode gebruiken
E-learning wordt vaak ingezet samen met andere vormen van leren: blended learning. Dat is goed, want elke leerstof vraagt om zijn eigen methodes. Als u e-learning wilt toepassen, stel uzelf dan de volgende vragen:
– Is de informatie geschikt voor e-learning?
E-learning leent zich voornamelijk voor theoretische stof.
– Is het een onderwerp waarbij gezamenlijk brainstormen of het oefenen in de praktijk van belang is?
Voor dergelijke trainingen, bijvoorbeeld een training in communicatiestijlen, is een klassikale aanpak beter.
– Is het belangrijk dat nieuwe medewerkers de stof snel beheersen?
E-learning kan overal en altijd gevolgd worden. Medewerkers hoeven niet te wachten op een klassikale cursuscyclus. Daarom is e-learning geschikt voor urgente informatie.
Het voordeel van een periodiek contactmoment zoals een klassikale training is dat er meer over de kennis onderling gepraat zal worden. “Bij het thema gastvrijheid zou ik bijvoorbeeld een workshop adviseren in plaats van een gehele training in e-learning”, aldus Thissen.
Wanneer u e-learning inzet naast van bestaande (klassikale) trainingen, zonder deze te vervangen, zal de workload van medewerkers toenemen. Zoek een juiste balans tussen klassikaal en e-learning.
4. Te uitdagende modules maken
Ga er niet blindelings vanuit dat medewerkers van alle vaktermen op de hoogte zijn. Thissen: “Ik ga altijd in gesprek met de expert en bepaal gezamenlijk welke termen er in de module moeten. Vervolgens licht ik elke term in toegankelijke taal toe.”
Soms helpt het voor de duidelijkheid om de lesstof te vereenvoudigen. Dit kan gevaarlijk zijn. Een voorbeeldcase kan een zwart-wit beeld geven, terwijl de werkelijkheid veel complexer is. Het is de kunst om samen met een expert het juiste ‘grijze’ verhaal over te brengen.
Een aantal praktische tips:
– Hou rekening met een korte aandachtsspanne. Zo is het beter om meerdere korte filmpjes te gebruiken, die telkens aan het begin van een deelonderwerp aan bod komen.
– Let op met te veel tekst. Een beeld zegt meer dan duizend woorden, dus gebruik liever visuals.
– Stel geen dubbele vragen wanneer je het kennisniveau van medewerkers test. Dat vergroot de kans op het fout interpreteren van de vraag door de medewerker.
5. Tekortschieten in begeleiding
Start je met e-learning? Gooi medewerkers dan niet in het diepe, maar begeleidt ze hierin. Communiceer tijdig:
– Wat het verwachtingspatroon is.
– Wanneer er gestart wordt met e-learning.
– Dat er in stapjes trainingen worden gevolgd.
– Wie het aanspreekpunt is bij vragen en ict-problemen.
Maak medewerkers duidelijk dat het management achter de e-learning staat en er hulp en begeleiding is wanneer zij er even niet uit komen. “Bij FoodforCare informeren we bijvoorbeeld medewerkers maandelijks over de voortgang van de e-learning modules. Ook hebben we een trainingslokaal waar trainingen gemaakt kunnen worden waar begeleiders in de buurt zijn.”
Starten maar!
Vaak is ziekenhuisbreed wel een opleidingscentrum aanwezig, maar ontbreekt het aan tijd om online trainingen op maat te ontwikkelen. Dat terwijl e-learning van grote toegevoegde waarde kan zijn voor het kwaliteitsniveau van uw afdeling.
FoodforCare heeft in het Radboudumc e-learning modules ontwikkeld die specifiek gericht zijn op food & beverage medewerkers, zoals voedingsassistenten. “Medewerkers geven aan deze modules heel prettig en toegankelijk te vinden”, vertelt Thissen. “FoodforCare is overtuigd van de mogelijkheden van e-learning en denkt graag mee met u om de mogelijkheden in uw ziekenhuis te bespreken.”
U kunt Nikki Thissen en haar collega’s bereiken op (0413) 318 553 of via foodforcare.nl.