Communicatieproblemen en behandelbeslissingen die niet aansluiten op de wensen van de patiënt staan passende zorg in de laatste levensfase in de weg. Dat blijkt uit onderzoek dat woensdag is gepubliceerd op de website van het Nederland Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG).
De onderzoekers vroegen patiënten en hun naasten een beschrijving te geven van hun ervaring met de zorg in de laatste levensfase en aan te geven waarom zij vonden dat deze zorg passend of juist niet-passend was.
Passende zorg gaat onder meer over ondersteunende zorg, behandelbeslissingen, communicatie en de locatie waar de zorg verleend wordt. Ook het volgen van de wensen van de patiënt is onderdeel van passende zorg in de laatste levensfase. Vaak bepaalt een combinatie van deze factoren of zorg als passend of niet-passend wordt ervaren.
Verbetering is met name gewenst als het gaat om het nemen van behandelbeslissingen, stellen de onderzoekers. Vooral levensverlengende behandelingen worden vaak als niet-passende zorg ervaren, maar er zijn beschrijvingen waaruit het tegenovergestelde blijkt. Dit geeft volgens de onderzoekers aan dat behandelbeslissingen ingewikkeld kunnen zijn. “Het beginnen of doorgaan met behandelen kan hoop geven, het leven verlengen of de wens van de patiënt zijn”, stellen ze. “Maar het kan ook valse verwachtingen wekken of bijwerkingen en complicaties veroorzaken. Een open gesprek tussen arts en patiënt over deze afweging moet voorkómen dat de patiënt niet-passende zorg krijgt.”
Communicatie
Aan de basis van goede besluitvorming ligt goede communicatie, stellen de onderzoekers. “Daarom zouden initiatieven om de zorg in de laatste levensfase passender te maken zich bij voorkeur kunnen richten op verbetering van de communicatie tussen arts en patiënt.” De onderzoekers richten zich hierbij met name op medisch specialisten, omdat die vaak worden genoemd in beschrijvingen van niet-passende zorg. Verpleegkundigen of verzorgenden en huisartsen komen juist vaker voor in beschrijvingen van passende zorg.
Er zijn weinig verschillen tussen verschillende patiëntgroepen wat betreft zorgbehoeften. Wel blijken patiënten met kanker vaker passende zorg te ervaren dan andere patiëntgroepen. Dit komt mogelijk doordat palliatieve zorg beter is georganiseerd voor kankerpatiënten. “Het zou ook kunnen komen doordat kanker over het algemeen een duidelijker ziektetraject kent, waarin het moment dat de laatste levensfase is aangebroken duidelijker gemarkeerd is”, aldus het onderzoeksrapport.