De decentralisatie van de ouderenzorg heeft geleid tot hogere kosten, minder zorg en meer bureaucratie. Dat blijkt uit berekeningen van het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico, mede voor de Groene Amsterdammer en het Algemeen Dagblad.
In 2015 vond een grote decentralisatie-operatie plaats, om de zorg dichter bij de mensen te regelen en goedkoper te maken. Maar volgens Investico is het de overheid niet gelukt om structureel te bezuinigen op ouderenzorg. “Per oudere zullen de kosten voor de langdurige ouderenzorg binnenkort terug zijn op het niveau van drie jaar geleden. De besparingen worden teniet gedaan door stijging in de kosten op andere zorggebieden en door extra investeringen die nodig zijn om de zorg in de verpleeghuizen weer op aanvaardbaar niveau te krijgen.”
Investico becijferde dat het Rijk in eerste instantie wel heeft bespaard op langdurige zorg voor ouderen, maar dat kwam door een grootscheepse bezuinigingsoperatie die al werd ingezet in 2012. Sinds die tijd heeft de overheid 1,33 miljard euro bezuinigd op de ouderenzorg, waardoor er zo’n 420 euro minder wordt uitgegeven per 65-plusser dan vijf jaar geleden.
Achterstallig onderhoud
Het doel van de besparing was om de kosten van de dure verpleeghuiszorg terug te dringen, maar dit heeft volgens Investico veel achterstallig onderhoud veroorzaakt. Het journalistieke platform wijst erop dat volgens de Nederlandse Zorgautoriteit 1,3 miljard extra moet worden geïnvesteerd in verpleeghuizen om de kwaliteit te verbeteren. De overheid investeert volgend jaar alvast 435 miljoen extra in verpleeghuizen.
Ouderen meldden zich in 2016 vaker op de spoedeisende hulp van ziekenhuizen dan het jaar ervoor. Ook deden zij vaker een beroep op zorginstellingen omdat zij om medische redenen tijdelijk niet thuis konden wonen. Investico constateert dat als gevolg van de transitie de bureaucratie in de wijk- en thuiszorg is “geëxplodeerd” en dat gemeentelijke regels niet in de plaats zijn gekomen van de bureaucratie van de rijksoverheid, maar erbovenop.