Vanaf 2018 komt er jaarlijks 435 miljoen euro extra beschikbaar voor verpleeghuiszorg. Het geld is nodig om aan de nieuwe kwaliteitseisen voor verpleging, verzorging en thuiszorg te kunnen voldoen. Dat heeft staatssecretaris Martijn van Rijn dinsdag aan de Tweede Kamer gemeld.
Met de extra middelen kunnen vanaf 2018 zevenduizend extra fte aan zorgmedewerkers beschikbaar komen. Behalve het aannemen van nieuwe mensen, biedt ook het uitbreiden van kleine contracten van bestaande medewerkers grote mogelijkheden om snel extra handen aan het bed te krijgen, aldus Van Rijn.
Eerder dit jaar stelde VWS al eenmalig 100 miljoen euro beschikbaar voor de verpleeghuislocaties waar dat het hardste nodig is. Hier bovenop is in het kader van de voorjaarsbesluitvorming 2017 een extra bedrag van structureel 100 miljoen euro beschikbaar gesteld, als eerste stap waarmee alle verpleeghuizen hun kwaliteit kunnen verbeteren. Daar komt nu structureel 335 miljoen euro bij, hetgeen betekent dat er in totaal 435 miljoen extra beschikbaar is in 2018.
Kwaliteitskader
Van Rijn kondigde dinsdagochtend tijdens het slotcongres van het VWS-programma ‘Waardigheid en Trots’ al aan dat er vanaf 2018 meer geld beschikbaar komt voor verpleeghuiszorg. Hoewel hij toen nog geen bedrag noemde omdat de Tweede Kamer nog niet was geïnformeerd, gaf hij wel aan dat het zeker niet zou gaan over “klein bier”. De uitvoering van het nieuwe Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg heeft immers financiële consequenties, aldus Van Rijn.
“Met de nieuwe normen voor goede verpleegzorg die we begin dit jaar hebben vastgesteld, komt er meer tijd en aandacht voor bewoners,” zegt Van Rijn. “Extra nieuwe medewerkers in de zorg en de dagbesteding voor bewoners zijn daarvoor onmisbaar. We hebben in 2017 al extra geld beschikbaar gesteld maar 2018 mag natuurlijk geen verloren jaar zijn. Dat hebben we nu voor elkaar. Verpleeghuizen kunnen meteen aan de slag om mensen aan te nemen.”
Arbeidsmarkt
Voor het in januari vastgestelde Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg zijn de komende jaren structureel 2,1 miljard euro en in totaal zo’n 40 duizend nieuwe arbeidskrachten nodig, verwacht Van Rijn op basis van berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB). De instroom van zoveel nieuwe mensen vergt volgens de staatssecretaris enkele jaren, onder meer door krapte op de arbeidsmarkt. Ook hebben verpleeghuizen tijd nodig om hun organisatie aan te passen op de instroom van nieuw personeel.
De nieuwe kwaliteitsnormen voor de verpleeghuiszorg zijn een voortvloeisel uit het in 2015 door Van Rijn geïniteerde verbeterprogramma ‘Waardigheid en Trots’ en bieden instellingen en zorgverleners meer ruimte voor het leveren van persoonsgerichte zorg. Van Rijn: “We praten niet meer over slaapzalen, maar over huiskamers. Het verbeteren van de kwaliteit van leven van bewoners staat centraal.”
Toezicht
De nieuwe visie op verpleeghuiszorg heeft consequenties voor instellingen en zorgverleners, maar betekent ook dat de toezichthouder anders te werk moet gaan. “Toezicht draait niet langer om het afvinken van lijstjes, maar gaat veel meer over observeren en met elkaar in gesprek gaan over goede zorg,” zegt Ronnie van Diemen, inspecteur-generaal van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). “Het is nog steeds de bedoeling om in te grijpen als instellingen door het ijs zakken, maar in principe is het uitgangspunt om ruimte te bieden om te leren.”
Ook Van Rijn noemt het lerend vermogen van zorginstellingen een belangrijke factor bij het verbeteren van de kwaliteit van verpleeghuiszorg. “Er komen extra middelen beschikbaar om de kwaliteit van zorg vorm te geven. Nu moet de sector zelf aan de slag met vernieuwing en leren van de goede voorbeelden. Het geld voor de verpleeghuizen moet ten goede komen aan de bewoners. Dat betekent luisteren naar wat de cliënt nodig heeft en daar de zorg op afstemmen.”