Zorggroep Pantein heeft 2016 afgesloten met een verlies van 2,2 miljoen. De rode cijfers komen met name op het conto van het Maasziekenhuis in Boxmeer dat 2,9 miljoen euro verlies leed.
Bestuursvoorzitter Pauline Terwijn spreekt van “een pittig jaar”, maar is niettemin optimistisch over de toekomst. In 2016 voerde Pantein forse bezuiniging aan met als doel om de financiële positie te versterken. De resultaten worden nu zichtbaar in de vorm van positieve cijfers in het eerste kwartaal van 2017.
Omkering
“De omkering is in gang gezet”, stelt Terwijn. “Dankzij een afslanking en vereenvoudiging van de organisatie en bovenal de inzet van alle betrokkenen hebben we in korte tijd hele grote stappen gezet. Ons resultaat, exclusief incidentele posten, was eind 2016 7,5 miljoen beter dan 2015. Toch kun je in één jaar niet een totaal financieel herstel realiseren. Mede door reorganisatiekosten, met name het sociaal plan, sloten we 2016 negatief af.”
Pantein verwacht 2017 positief af te sluiten. “Tot op heden liggen we goed op schema”, aldus Terwijn. “Dat is ook belangrijk, want een positief resultaat is noodzakelijk om te investeren in goede zorg in de regio. Dat besef is er ook bij financiers, verzekeraars en strategische partners. Samen met hen hebben we de afgelopen tijd belangrijke stappen gezet.”
In vergelijking met het ziekenhuis, dat 2,9 miljoen euro verlies leed, doen Pantein Thuiszorg en Zorgcentra van Pantein het goed met een positief resultaat van respectievelijk 60.000 en een kleine 600.000 euro. Het verlies van het ziekenhuis wordt via een meerjarenplan verder teruggebracht.
Breed aanbod
De raad van bestuur verwacht de komende jaren lichte winst te maken voor het totale concern. Pantein ziet het als groot voordeel dat de organisatie een breed aanbod van zorg biedt. “De rol van de thuiszorg wordt steeds belangrijker doordat het overheidsbeleid er op gericht is dat mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen”, stelt Terwijn. “Ook na behandelingen in het ziekenhuis gaan mensen zo snel mogelijk naar huis. Pantein zet daarom fors in op een goede en soepele overgang tussen ziekenhuis, thuiszorg en zorgcentra. We geloven in de kracht van een sterk netwerk met partners in de wijk en de regio.”