NLD-20040204-GRONINGEN: De voorzittershamer van het Gerechtshof in Groningen. ANPFOTO KOEN SUYK
De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) heeft het kort geding tegen de bezuinigingen in de gehandicaptenzorg verloren. Volgens de VGN zijn deze bezuinigingen, zoals overeengekomen in het Lenteakkoord, onrechtmatig. De rechtbank in Den Haag verwierp dinsdag het bezwaar van de VGN.
In grote lijnen stelt de rechter dat de staat een grote mate van beleidsvrijheid heeft als het om kostenbeheersing in de zorg gaat, aangezien het hier een publieke, wettelijk verankerde taak betreft. Deze taak krijgt in het licht van de huidige financiële crisis volgens de rechter extra reliëf. Daarbij is controle op deze taak volgens de rechter primair een zaak van de politiek en niet van rechter. Pas als er sprake is van onmiskenbaar onrechtmatig handelen, mag de rechter ingrijpen, maar daar is in het door de VGN aangespannen kort geding geen sprake van, aldus de rechtbank in Den Haag.
Convenant
De zaak van de VGN concentreerde zich op het afschaffen van de intensiveringsgelden en een korting op het gehandicaptenvervoer. Het in september 2011 overeengekomen convenant Investeringen Langdurige Zorg voorzag in structurele financiële middelen van circa 600 miljoen euro per jaar voor het aantrekken van nieuw personeel in de langdurige zorg.
Niet aannemelijk
Volgens de VGN is het eenzijdig opzeggen van dit convenant onrechtmatig en getuigt het van onbehoorlijk bestuur. De VGN wijst er in dit verband op dat zorgaanbieders in het kader van het convenant investeringen hebben gedaan, waar nu geen vergoeding meer tegenover staat. De rechter vindt dit geen overtuigend argument. Het is volgens de rechter niet aannemelijk dat instellingen al grote aantallen personeel in vaste dienst hebben aangenomen, noch dat zij aanzienlijke, onomkeerbare investeringen hebben gedaan in de opleiding van personeel.
Compensatie
De rechter voert daarbij aan de intensiveringsmiddelen voor 2012 nog beschikbaar zijn. Met die middelen kunnen naar het oordeel van de rechter reeds gedane investeringen deels worden gecompenseerd en kunnen instellingen zich voorbereiden op de gewijzigde omstandigheden in 2013. De rechter wil evenwel niet uitsluiten dat individuele instellingen financieel getroffen zijn door de opzegging van het convenant. Financiële compensatie is hier mogelijk op zijn plaats, maar dit valt volgens de rechter buiten het beperkte kader van een kort geding.
Vervoerskosten
Hoewel de rechter de bezuiniging van 150 miljoen euro op het gehandicaptenvervoer “rigoreus” noemt, billijkt hij ook deze maatregel. “De Staat heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat van het huidige systeem van vergoeding van vervoerskosten op basis van nacalculatie een onvoldoende prikkel uitgaat om het vervoer efficiënt te organiseren en dat de vervoerskosten daardoor fors zijn gestegen”, aldus de rechter in zijn vonnis. Het feit dat één op de zes instellingen momenteel minder dan de nu geldende tarieven van veertien tot zeventien euro aan vervoer besteedt, suggereert volgens de rechter dat er ruimte is om het vervoer van cliënten van en naar de dagbesteding efficiënter en tegen lagere kosten te organiseren.
Verliezers
De VGN vindt deze uitspraak uitermate teleurstellend. “Hiermee is wel gebleken dat bestuurlijke afspraken met deze overheid zonder meer teruggedraaid kunnen worden”, aldus de VGN in een reactie. “Het mag in ieder geval duidelijk zijn dat hier niet de instellingen, maar de cliënten de grote verliezers zijn.” De VGN beraadt zich op eventuele verdere stappen.