De reacties vanuit de eerstelijnszorg op Het Grote Zorgdebat zijn overwegend positief. Vooral het feit dat er bij de partijen een breed draagvlak lijkt te zijn voor de continuering van zorg dichtbij huis stemt tot tevredenheid. Minder positief zijn de reacties op het debat wat betreft de uitlatingen van de politici over de marktwerking en de financiering.
Steven van Eijck, voorzitter van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) wist al voor het debat wat de standpunten van de partijen met betrekking tot de eerstelijn zouden zijn. “Wij hebben al lang de gang gemaakt naar alle politieke partijen om te zorgen dat we de discussie met elkaar hebben. Wat is de positie van de eerstelijn? Wat is de positie van de huisartsen in de toekomst? Hoe gaat de relatie met de patient eruit zien?
Continuering
Het ziet er volgens Van Eijck goed uit voor de zorg in de eerstelijn: “Het is wel heel fijn om te zien dat de beweging die eerder is ingezet om veel meer zorg in de buurt dicht bij huis van de patient te regelen, dat die wordt gecontinueerd door een nieuw kabinet. Dat kan niet anders, want dat zeggen ze allemaal.”
Belangrijke doelgroep
Helma Zijlstra, directeur van V&VN is het met Van Eijck eens dat de eerstelijn er goed op staat binnen de politiek: “V&VN is ontzettend blij dat eindelijk de verplegenden en verzorgenden worden gezien als een belangrijke doelgroep. We zouden ze willen oproepen om door te pakken om ze in te zetten, met ze in gesprek te gaan en te zorgen dat er groei komt in de beroepsgroep.”
Zijlstra roept de politici wel op om de daad bij het woord te voegen. “Als ik alle beloften hoor over meer zorg in de eerste lijn en meer zorg aan bed (…) dan denk ik: Jongens maak het waar.”
Grenzen
Aad Koster, directeur van brancheorganisatie AtciZ sluit zich bij de reacties van LHV en V&VN aan. “Ik vond het heel mooi dat er werd gesproken over meer inzet van de wijkverpleegkundige, zorg dichter bij de mensen organiseren. Ik vond het ook goed dat er gesproken werd over de betrokkenheid van mantelzorg en het inschakelen van vrijwilligers gesproken werd en hoe je dat beter kan organiseren.”
“Wat minder goed voor het voetlicht werd gebracht waren de grenzen waar we eigenlijk tegenaan lopen.” Koster doelt op de oplopende zorgkosten en het tekort aan geschoold personeel, onder andere bij de verpleegkundigen, “Daar vond ik de partijen nog teveel de echte keuzes uit de weg gaan.”
Overheid
Judith Oostendorp, Adjunct directeur GGD Nederland viel het op dat politici veel praten over wijkgericht werken, terwijl ze hun mond houden over de verantwoordelijkheid van de overheid. “Wat ons betreft zit er in preventie en in de zorg toch wel een hele grote gedeelde verantwoordelijkheid. “Je kan heel veel doen aan de gezondheid van mensen door bijvoorbeeld wat minder suiker in het eten te stoppen, wat minder vet in voedsel te stoppen, wat minder alcohol te drinken. Je kan daar heel veel aan doen en dat is dor de overheid gereguleerd.”
Marktwerking
Een ander onderwerp dat in de eerstelijn speelt werd een stuk kritischer bekeken. Eke Zijlstra, voorzitter KNGF: “Het is opvallend dat iedereen ineens de marktwerking om zeep wil helpen. Fysiotherapie is in de voorhoede van de marktwerking gezet, is ook het experiment geweest. Heeft dat met wisselend succes toch een stuk verder gebracht en opeens is dat van tafel. Dan zeg ik, goh wat betekent dat nou voor de fysiotherapie? Gaat het dan allemaal weer terug in het basispakket en gaan alle Nederlanders weer alle fysiotherapie in het basispakket verzekerd krijgen?”
Skipr is mediapartner van Het Grote Zorgdebat. Skipr vroeg vertegenwoordigers van veldpartijen en politici na afloop om een reactie. Alle interviews zijn te zien op Skipr Web-tv.
Het debat is terug te zien via de Skipr livestream pagina.