Zorgaanbieders krijgen de komende jaren te maken met een forse inkomstenderving als gevolg van extramuralisering. Meer dan een kwart van de aanbieders moet volgend jaar rekenen met een inkomstenverlies van 5 procent of meer, zo becijfert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
De gevolgen kunnen volgens de NZa in 2014 nog ingrijpender zijn. Op een totaal van ruim 900 aanbieders kan in 2014 naar verwachting 68 procent meer dan 5 procent aan inkomsten verliezen. Gemiddeld komt dit neer op 7,5 miljoen euro per instelling. Ook de groep die zich geconfronteerd ziet met een inkomstenderving van meer dan 10 procent groeit. Zijn dit er in 2013 naar verwachting nog 19 volgens de NZa kunnen dit er in 2014 in totaal 306 zijn, oftewel meer dan een derde van alle zorgaanbieders in de AWBZ.
Besparing
De inkomstenderving is een rechtstreeks gevolg van de plannen om lichte zorgzwaartepakketten voortaan alleen extramuraal, dat wil zeggen buiten de instellingen te vergoeden. Demissionair staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten wil daarmee bevorderen dat cliënten langer zelfstandig blijven en minder snel in een intramurale setting belanden. De staatssecretaris verwacht dat aanbieders hun aandacht verleggen en werk maken van een gevarieerd extramuraal woon- en zorgaanbod. Een en ander moet daarnaast leiden tot besparingen van jaarlijks 400 miljoen euro.
Kwetsbaar
In haar onderzoek beperkt de NZa zich tot de vraag welk deel van de intramurale omzet wegvalt als gevolg van het niet langer intramuraal vergoeden van zzp’s 1 tot en met 3. Op grond van haar doorrekening constateert de NZa dat “het niet is uitgesloten dat enkele bestaande aanbieders van intramurale zorg failliet kunnen gaan”. Met name kleine aanbieders van intramurale zorg zijn volgens de NZa kwetsbaar, aangezien ze relatief veel cliënten met een lichte zzp hebben en weinig mogelijkheden om alternatieve vormen van zorg aan te bieden en daarmee alternatieve inkomsten te genereren.
Verschillen
Ook zijn er opvallende verschillen tussen de verschillende zorgkantoorregio’s. De NZa telt twee regio’s waar een vijfde tot een kwart van de aanbieders te maken krijgt met een inkomstenderving van 7,5 procent of meer. Van de 32 zorgkantoorregio’s zijn er 11 waar het gemiddelde inkomstenverlies boven de 10 procent uitkomt. De NZa merkt wel op dat in de doorrekening geen rekening is gehouden met compenserende alternatieve inkomsten.