Zorginstellingen passen steeds minder vrijheidsbeperkende maatregelen toe bij de zorg voor mensen met dementie. Dit blijkt uit de Monitor Woonvormen Dementie van het Trimbos-instituut. Daar staat tegenover dat de resultaten op het gebied van medicijngebruik en activering “minder rooskleurig” of zelfs “zorgelijk” zijn.
Van de 140 onderzochte woonvormen maakt 70 procent geen gebruik meer van onrustbanden. In 2009 had nog slechts vijftig procent de onrustband uitgebannen. Ook telde het Trimbos dit jaar minder bedhekken en verpleegdekens. Het beleid, de campagnes en interventies in de afgelopen jaren lijken vruchten af te werpen, concludeert het Trimbos Instituut.
Weinig activiteiten
Toch blijft er ruimte voor verbetering, met name als het gaat om het gebruik van psychofarmaca en de betrokkenheid in activiteiten van bewoners. Hoewel bewoners bij meer typen activiteiten betrokken worden, gaat het nog steeds om slechts een klein aantal activiteiten. In 2009 waren dit nog geen vier verschillende activiteiten in de afgelopen drie dagen, in 2011 is dit gestegen naar meer dan vijf typen activiteiten.
Anti-psychotica
Ronduit “zorgelijk” vindt het Trimbos het gegeven dat het aantal dementerenden dat anti-psychotica krijgt, niet vermindert. Gemiddeld gebruikt nog steeds meer dan één op de vier bewoners in de onderzochte woonvormen anti-psychotica, ondanks alle aandacht in de afgelopen jaren voor de schadelijke gevolgen bij deze doelgroep en de voorkeur voor een niet-medicamenteuze aanpak.
Persoonsgerichte zorg
Uit de Monitor blijkt tevens dat persoonsgerichte zorg samengaat met een betere kwaliteit van zorg. Het doel van persoonsgerichte zorg is om mensen met dementie zich erkend, gerespecteerd en vertrouwd te laten voelen. Wanneer er meer persoonsgerichte zorg wordt geboden is het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen en psychofarmaca lager en worden bewoners meer bij activiteiten betrokken.
Vrijwilligers
Een onverwachte bevinding nomet het Trimbos “de forse toename van de structurele bijdrage van vrijwilligers”. De onderzoekers vermoeden dat woonvoorzieningen steeds meer doordrongen raken van het feit dat vrijwilligers een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de dementiezorg, bijvoorbeeld om met bewoners individuele activiteiten te ondernemen of om toezicht te houden.