Het nieuwe zorgstelsel heeft geleid tot een hogere kwaliteit en efficiëntie, maar ook tot hogere kosten door volumegroei. Meer transparantie, betere profilering door instellingen en een ander begrotingsbeleid van overheid en verzekeraars moeten de volgende stappen zijn. Dat concludeert David Ikkersheim van KPMG Plexus in zijn proefschrift.
Ikkersheim promoveert 13 mei aan de Vrije Universiteit op zijn onderzoek naar de effecten van het nieuwe zorgstelsel. Sinds de invoering daarvan in 2006 is de efficiëntie en kwaliteit van de zorg toegenomen. Tegelijkertijd steeg het aantal behandelingen dat specialisten uitvoeren, zodat de totale kosten hoger zijn.
Begrotingsbeleid
Ikkersheim adviseert het ministerie van VWS en verzekeraars om op een andere wijze de begroten. Volgens de promovendus richten beiden zich alleen op klassieke zorgsectoren zoals de ziekenhuiszorg. Hij haalt het hoofdlijnenakkoord aan. “Je ziet nu dat de groei van de ziekenhuiszorg is begroot op 2,5 procent, terwijl de ontwikkeling van volumes in bijvoorbeeld de geboortezorg heel anders zijn dan die in de oncologie. Er wordt nu verticaal gekeken – langs de as van de zorgaanbieders – terwijl je eigenlijk geld zou moeten alloceren per zorgvraag. Je hebt tenslotte geen last van je ziekenhuis, maar van je kanker.”
Herinrichting
Om goed te begroten zou de organisatie binnen het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit en de verzekeraars anders ingericht moeten worden. Dat zou ook de substitutie kunnen bevorderen, denkt Ikkersheim.
Profileren
Zorginstellingen op hun beurt moeten helderder keuzes maken. “Neem de borstkankerzorg. De kwaliteit is gebaat bij grotere volumes. Dat pleit ervoor dat ziekenhuizen zich toeleggen op bepaalde gebieden en daar dus beter in worden. Neem ook ziekenhuizen die veel heupen vervangen. Die doen de ene dag linkerheupen en de volgende dag alleen rechterheupen. Naast het kwalitatieve aspect, is dat ook efficiënter.”
Schaalgrootte
Volgens Ikkersheim is het overigens een vergissing te denken dat ziekenhuizen daarvoor groter moeten worden. “Nu zie je dat ziekenhuizen vooral fuseren, maar het gaat niet om de schaal van de instelling, het gaat om de schaal van de aandoening.”
Samenwerking
Dat maakt wel dat de Autoriteit Consument & Markt (voorheen de Nederlandse Mededingingsautoriteit) de regels rond samenwerking moet versoepelen. “De eisen die de ACM stelt aan een fusie zijn lichter dan de eisen aan samenwerking. Daar moet een middenweg komen.”
Positief
De conclusies van Ikkersheim over de effecten van de stelselwijziging zijn overwegend positief. Zo is de efficiëntie in de zorg verbeterd, evenals de kwaliteit van zorg en ook werden de wachtlijsten deels weggewerkt. Toch leidde overheveling van ingrepen naar het B-segment tot een tragere groei van de efficiency-winst.
Volumegroei
Ikkersheim: “Na de overheveling van DBC’s naar het B-segment in 2008 en 2009 verschuift de focus naar volumegroei. In het A-segment was de hoeveelheid geld fixed, in het B-segment konden ziekenhuizen meer verdienen door de productie op te voeren zonder op de efficiëntie te hoeven letten. Maar dat is nu ondervangen met het hoofdlijnenakkoord.”
Shared decision making
De volumes kunnen verder teruggedrongen worden door patiënten beter voor te lichten. Ikkersheim: “Neem hernia-patiënten. Mensen zijn geneigd te denken dat een operatie de heilige graal is. Maar het blijkt dat wanneer je de tijd neemt om met de patiënt alle voors en tegens door te lopen, veel mensen conservatief kiezen en eerst fysiotherapie proberen.”(Daan Marselis)