De vorming van ziekenhuisoverschrijdende maatschappen betekent niet per definitie dat de belangen van ziekenhuizen en medisch specialisten steeds verder uit elkaar komen te staan. Wel dwingt de trend van regionalisering tot een andere invulling van de verhouding tussen beide partijen. Dat stelt Karina Kastelijn in haar afstudeerscriptie voor de masteropleiding Zorgmanagement aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam.
Kastelijns bevindingen staan haaks op de visie van de Commissie Meurs. Die ziet de vorming van ziekenhuisoverschrijdende fusiemaatschappen als een bedreiging voor het in de hand houden van zorgkosten. De commissie gaat ervan uit dat door de vorming van regiomaatschappen een disbalans ontstaat in de machtsverhouding tussen maatschap en ziekenhuis en dat de belangen van beide partijen daardoor verder divergeren. Zo vreest de commissie dat de specialisten als gesloten machtblok een hoger honorarium kunnen eisen. Daarnaast bestaat het gevaar dat de specialisten zich mengen in de contractonderhandelingen met zorgverzekeraars. Ook kunnen megamaatschappen de zorg in de regio verdelen en daarmee op de stoel van bestuurder gaan zitten.
Opkomst megamaatschappen
Skipr berichtte in april op basis van inmiddels gepubliceerde telling van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dat medisch specialisten in hoog tempo fuseren tot ziekenhuisoverschrijdende maatschappen. Ruim zeven van de tien ziekenhuizen hebben te maken met instellingsoverstijgende maatschappen. Het aantal regiomaatschappen per ziekenhuis kan blijkens de NZa-telling oplopen tot twaalf.
Kastelijn concludeert op basis van haar onderzoek dat de positie van de regiomaatschap sterker is geworden ten opzichte van het ziekenhuis. Ze wijst in dit verband op de verminderde concurrentie in de regio, het belang dat het ziekenhuis bij de maatschap heeft, de beperkte alternatieven voor het ziekenhuis en de specifieke kennis en kunde van de medisch specialisten die sterk zijn toegenomen door de hoge mate van differentiatie en subspecialisatie van de medisch specialisten.
In de praktijk kan dit betekenen dat een regiomaatschap bijvoorbeeld kan kiezen voor een verdeling van het zorgportfolio over ziekenhuizen. Dit dwingt de raden van bestuur in de ziekenhuizen tot samenwerking, terwijl zij elkaars concurrent zijn.
Rol bestuurder
Deze nieuwe machtsverhouding betekent volgens Kastelijn echter niet dat het ziekenhuis per definitie overgeleverd is aan de grillen van de regiomaatschap. Een vernieuwde vorm van samenwerking kan de machtsbalans herstellen. Dit vraagt volgens Kastelijn wel om grotere stuurmanskunst van bestuurders. “Het concurrentievoordeel van een ziekenhuis is mede afhankelijk van de wijze waarop de onderdelen bij elkaar worden gehouden door de bestuurders van de organisatie. Indien er een regiomaatschap in de organisatie ontstaat wordt die verbindende rol van de bestuurder nog belangrijker.”
Nieuwe verhoudingen
Voor wat betreft de inkleding van de nieuwe verhouding tussen ziekenhuis en specialist ziet Kastelijn verschillende opties. Maatschappen kunnen zichzelf bijvoorbeeld als ‘private detacheringsorganisatie’ verhuren aan een ziekenhuis. “Wat de medisch specialist dan wel moet opgeven is een stuk zeggenschap in het ziekenhuis”, stelt Kastelijn. “Ziekenhuizen worden dan bestuurd door de raad van bestuur en niet door de medisch specialist zoals in de huidige situatie, in de duale constructie met specialisten in (staf)maatschappen.”
Voor effectieve samenwerking is het volgens Kastelijn nodig dat er een zakelijke en professionele inkooprelatie ontstaat tussen de regiomaatschap als leverancier en het ziekenhuis als afnemer op basis van service level agreements (SLA). Hierbij worden contracten niet automatisch verlengd, maar vindt een beoordeling en evaluatie plaats op basis van de geleverde diensten. Om te zorgen voor continuïteit en rust in de organisatie, zouden contracten voor meerdere jaren afgesloten kunnen worden. Kastelijn stelt daarnaast dat wanneer deze inkooprelatie gebaseerd wordt op ‘co-makerschap’ er, behalve een zakelijk contract, ook ruimte ontstaat voor nieuwe vormen van samenwerking waarin respect en samen ontwikkelen een belangrijke rol spelen.