Brussel heeft de farmaceutische bedrijven Johnson & Johnson (VS) en Novartis (Zwitserland) een boete van in totaal ruim 16 miljoen euro opgelegd. Hun dochterondernemingen in Nederland hadden in 2005 afgesproken een geneesmiddel met vertraging op de Nederlandse markt te brengen.
Dat maakte de Europese Commissie in Brussel dinsdagmiddag bekend. Bij het medicijn ging het om een goedkopere versie van de pijnstiller Fentanyl, die vooral aan kankerpatiënten wordt toegediend.
Schadelijk
Met hun afspraken schonden Johnson & Johnson (J&J) en het Nederlandse Janssen-Cilag BV, respectievelijk Novartis en Sandoz BV, Europese regels. De bedrijven deinsden er niet voor terug om Nederlandse patiënten de toegang te ontzeggen tot een goedkopere versie van dit medicijn, aldus Europees Commissaris Joaquin Almunia (Mededinging). ,,Het besluit van vandaag moet farmabedrijven tweemaal doen nadenken vooraleer zij zich inlaten met dit soort concurrentiebeperkende praktijken, die schadelijk zijn voor zowel patiënten als de belastingbetaler.”
J&J moet bijna 10,8 miljoen betalen, Novartis bijna 5,5 miljoen. In 2005 wilde Sandoz een eigen versie van J&J’s Fentanyl op de markt brengen, maar Janssen-Cilag haalde de concurrent over dat niet te doen. In ruil kreeg Sandoz maandelijkse betalingen die hoger lagen dan de verwachte winst op de verkoop van het alternatieve Fentanyl, aldus de Europese Commissie. (ANP)