Raden van toezicht in de zorg houden uit angst om op de stoel van de bestuurder te gaan zitten grote afstand tot de bestuurders die ze moeten controleren. Dit leidt ertoe dat toezichthouders niet altijd kritisch doorvragen. Dit constateert Marc van Ooijen in zijn proefschrift dat hij op 18 december aan de Tilburg University verdedigt.
In ‘Toezichtdynamica’ identificeert Van Ooijen, zelf zorgbestuurder en toezichthouder, vier gedragsopties die tot het vaste repertoire van de toezichthouders behoren. De gedragingen onderscheiden zich door een toenemende mate van actief handelen. Beginnend bij ‘laten informeren’ mondt dit gedrag via ‘toetsen’ en ‘adviseren’ uit in ‘beïnvloeden’.
Uit Van Ooijens onderzoek komt naar voren dat raden van toezicht meer dan 90 procent van hun tijd bezig zijn met zich ‘laten informeren’. “Laten informeren”, zo constateert Van Ooijen is de “natuurlijke toestand van het interne toezicht”.
Doorpakken
Deze relatief passieve houding leidt ertoe dat toezichthouders bij afbrokkelend vertrouwen in de bestuurder lang wachten met optreden. Pas als zaken al langere tijd niet goed gaan en het vertrouwen eigenlijk al is verdwenen, “dan wordt in korte tijd doorgepakt”, constateert Van Ooijen.
De veronderstelling dat toezichthouders door de introductie van marktwerking dichter op de bestuurders zijn gaan zitten, klopt volgens Van Ooijen niet. Weliswaar zijn de risico’s toegenomen -inclusief vormen van hoofdelijke aansprakelijkheid- , zolang de bestuurders naar het oordeel van de toezichthouders voldoende informatie geven, blijven de toezichthouders op afstand.
Incidenten
Wel van belang voor het praktisch functioneren van toezichthouders is het gevoel dat ze in toenemende mate gecontroleerd worden door externe toezichthouders als de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Naarmate incidenten meer media-aandacht krijgen en daarmee de politiek en de verschillende inspecties tot actie aanzetten, laten interne toezichthouders zich volgens Van Ooijen ook steeds meer leiden door incidenten. “Bestuurders en toezichthouders gaan vaker reageren op incidenten om te voorkomen dat zij bij een eventuele inspectie nadelig in het nieuws komen”, aldus Van Ooijen.
Masculien profiel
Net als uit andere onderzoeken komt uit Van Ooijens onderzoek naar voren dat er nog steeds te weinig vrouwen in raden van toezicht zitten. “Volgens mij is dit het gevolg van de toezicht- en wervingsprofielen die worden gehanteerd om kandidaten te selecteren”, stelt Van Ooijen. “Hierin wordt te veel gefocust op masculiene eigenschappen en te weinig op feminiene, terwijl deze zo van belang zijn. Planning en control moet een minder dominante plek krijgen. Goed inzien en aanvoelen hoe mensen met elkaar omgaan, hoe de groepsdynamica werkt en op welke manier mensen met elkaar communiceren zijn zeker zo belangrijk om goed toezicht te krijgen.”
Marc van Ooijen levert middels een uitgebreid video-gesprek een bijdrage aan de Skipr-masterclass ‘governance in de zorg’, die op 18 december als onderdeel van het jaarlijkse Skipr-event wordt gehouden. Op locatie wordt de masterclass begeleid door Mijntje Lückerath-Rovers, hoogleraar corporate governance aan de aan Tilburg University/TiasNimbas, en Rien Meijerink, voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ).
Skipr geeft het proefschrift van Marc van Ooijen uit. ‘Toezichtdynamica. Een exploratief kwalitatief onderzoek naar het functioneren van Raden van Toezicht in de gezondheidszorg’ is na verschijnen te bestellen via de webshop www.bsl.nl. Wilt u voorintekenen? Stuurt u dan uw verzoek per e-mail naar redactie@skipr.nl. Prijs: 49,50 euro, voorintekenaars betalen geen verzendkosten.