Twee derde van de Nederlandse gemeenten wijst het akkoord over de overheveling van zorgtaken af dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) onlangs met het kabinet heeft gesloten. Dit blijkt uit een ledenraadpleging.
Van de ruim 300 gemeenten die reageerden stemde 67 procent niet in met de plannen van staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid over de invulling van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dat is opvallend, want het bestuur van de VNG had de leden vorige maand nog geadviseerd in te stemmen.
Het bestuur besluit vrijdag over eventuele vervolgstappen en of het meegaat in de mening van de leden.
In het wetsvoorstel, dat dinsdag bij de Tweede Kamer is ingediend, staat dat gemeenten vanaf 2015 taken moeten uitvoeren die nu nog onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vallen. Dinsdag kwam Van Rijn ook nog eens met 3,9 miljard euro extra voor de gemeenten om de zorgtaken uit te voeren, maar ondanks dat vinden de gemeenten dat er nog teveel onduidelijkheid is rondom deze wet.
Niet ter discussie
De VNG merkt op dat de voor- en tegenstemmers opvallend vaak dezelfde argumenten hebben. “Het zijn vooral ‘ja mits’ en ‘nee tenzij’ argumenten als toelichting bij de uitgebrachte stemmen’’, zo schrijft de VNG in een verklaring. “Dat de gemeenten nieuwe verantwoordelijkheid op zich willen nemen, staat in het geheel niet ter discussie.’’
Randvoorwaarden
Van Rijn wacht op het standpunt van het VNG-bestuur, zo laat hij weten in een reactie. Uit de ledenraadpleging blijken volgens hem twee dingen. “Ten eerste dat de gemeenten de nieuwe verantwoordelijkheden op zich willen nemen. Ten tweede dat er zorgen zijn over de randvoorwaarden van de uitvoering daarvan. Ik hoop dat we daarmee een deel van deze zorgen kunnen wegnemen.”
Lange termijn
In een reactie zegt ouderenorganisatie ANBO dat ze liever hebben dat de overgang goed gaat dan snel. “Het kabinet moet starten met pilots van drie of vier grote steden vanaf 1 januari 2015. Hierdoor loopt de overheveling van taken vooralsnog iets vertraging op, maar is er op de lange termijn een grotere garantie op succes”, denkt ANBO-directeur Liane den Haan. (ANP)