Vier ziekenhuizen en verloskundigenpraktijken hebben samen met Achmea Zilveren Kruis een instrument ontwikkeld om de kwaliteit van zorg rond de bevalling te meten voor moeder en kind.
Op 2 september maakte het eerste samenwerkingsverband de resultaten bekend: het Geboortecentrum van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) in Utrecht en de met haar samenwerkende verloskundige praktijken.
Tot nu toe was kwaliteitsinformatie alleen bekend voor het ziekenhuis en de verloskundige praktijken apart. Onderzoek in de hele geboorteketen is belangrijk, omdat driekwart van de zwangeren uiteindelijk gebruik maakt van zowel verloskundige zorg als van het ziekenhuis.
Feiten
Hoogleraar obstetrie Arie Franx van het WKZ is één van de initiatiefnemers: “Het gaat om echte uitkomsten, niet over of de koffie lekker is of de zorgverlener zo aardig. Het gaat om feiten als dat moeder en kind blijven leven, geen ongewenste IC-opnamen of onnodig bloedverlies, voorkomen van totale inscheuring of zuurstofgebrek bij de baby.”
Ketencijfers
In het onderzoek hebben de deelnemende ziekenhuizen en verloskundigen veel werk verricht om hun gegevens samen te voegen om het percentage bevallingen met een niet gewenste uitkomst te kunnen meten. Dat bleek gemiddeld rond de tien procent te liggen. Er zijn in Nederland geen landelijke ketencijfers bekend rond het aantal niet gewenste uitkomsten, maar betrokkenen zijn ervan overtuigd dat de geboortezorg in Nederland verbeterd kan worden door gezamenlijk, met verloskundigen, gynaecologen en kinderartsen de kwaliteit van zorg te meten en over de resultaten met elkaar in gesprek te gaan.
Samenwerkingsverbanden
In dit project werkt Zilveren Kruis samen met drie samenwerkingsverbanden van verloskundigen, gynaecologen en kinderartsen. Dit zijn het Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht, het Leids Universitair Medisch Centrum, het Diaconessenhuis Leiden en LEO verloskundigen coöperatie in Leiden en het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam.