Naast technologie spelen data en communicatie een steeds belangrijkere rol in de gezondheidszorg. Philips gaat zich de komende jaren op dat terrein sterker profileren. Waar het technologieconcern zich tot voor kort beperkte tot de levering van scanapparaten aan ziekenhuizen, gaat het steeds meer in totaaloplossingen denken, zei topman Frans van Houten donderdag.
De apparaten die Philips levert om diagnoses te stellen, zullen meer met elkaar gaan communiceren. De data die daaruit voortkomt, moet snel en efficiënt beschikbaar komen voor zowel artsen als patiënten. Dat leidt tot snellere en betere diagnoses en efficiëntere behandelmethoden waardoor mensen minder lang in het ziekenhuis hoeven te liggen.
Probleem
De zorgsector zelf vraagt om zo’n benadering. “Ziekenhuizen vragen ons niet meer om een apparaat te maken of software te schrijven, maar om ze te helpen een probleem op te lossen. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat een patiënt met een hersenbloeding binnen negentig minuten kan worden geholpen. Dat begint met een snelle en soepele uitwisseling van gegevens tussen ziekenhuis en ambulancepersoneel.”
Ook in de nazorg en preventie dicht Philips uitwisseling van data een grote rol toe. “We zullen moeten leren leven met kanker en hart- en vaataandoeningen als chronische ziektes”, zei Van Houten. Daarbij kunnen artsen met de juiste informatie bij de hand ook veel zorg leveren op afstand, zonder dat een patiënt fysiek naar het ziekenhuis hoeft te komen.
Vertrouwen
Van Houten ziet ook andere bedrijven die leven van het verzamelen van gegevens naar de medische sector kijken. “De vraag is: vertrouwt u eerder Google of Philips met gegevens over uw gezondheid”, zei hij, verwijzend naar de aanzwellende kritiek op het privacybeleid van de zoekmachinegigant. Wel erkent hij dat privacy en beveiliging kwesties zijn die ook bij Philips om aandacht vragen.
Philips betrekt de concurrentie overigens bij zijn plannen. “Het wordt een open platform waar ook andere partijen mee aan de slag kunnen”, zei Van Houten. “Ziekenhuizen willen niet vastzitten aan één leverancier.” (ANP)