De overheidsuitgaven aan zorg teren met bijna 11 miljard euro in als het kabinet het plan doorzet om per departement 20 procent te bezuinigen. In totaal wil het kabinet met dit plan 35 miljard euro aan structurele bezuinigingen realiseren. Dit blijkt uit een brief van het kabinet aan de Tweede Kamer.
Ambtelijke werkgroepen
In deze brief beschrijft het kabinet welke twintig werkgroepen de bezuinigingen moeten bewerkstelligen. Dit moet uiterlijk komend voorjaar gebeurd zijn. Maandag 28 september zijn de werkgroepen officieel van start gegaan.
Geen binding met beleidsterrein
De meeste werkgroepen worden geleid door (voormalige) topambtenaren die geen binding hebben met het beleidsterrein waarop bezuinigd moet worden. Zo moet milieutopambtenaar Bernard ter Haar de woonmarkt saneren en kijkt directeur-generaal Hans Vijlbrief van Economische Zaken naar Veiligheid en terrorismebestrijding. In alle werkgroepen zitten ambtenaren van Algemene Zaken en Financiën, om de samenhang te waarborgen.
Kritiek Tweede Kamer
De Tweede Kamer had vorige week zware kritiek op de vorming van de twintig werkgroepen. Ze verweet de regering whet probleem voor zich uit te schuiven.
Of het kabinet maakt in juni 2010 zijn keuzes bekend en beslist dan ook wat de daadwerkelijke bezuiniging op de zorg zullen zijn. In de Voorjaarsnota geeft het kabinet aan welk deel van de 35 miljard euro aan besparingen ze wil inboeken in de ontwerpbegroting voor het jaar dáárop.
Ambitie onderwijs en wetenschap
Het kabinet sluit niet uit dat het de uitgaven op bepaalde terreinen verhoogt. In het kabinet leeft nog steeds de ambitie om met het Nederlands onderwijs en de Nederlandse wetenschap de top vijf van de wereld te bereiken.
Private financiering
Terugkerende ambities in de opdrachten zijn onderzoek naar mogelijkheden van private financiering en bevorderen dat de vervuiler betaalt. Een andere rode draad is de vraag wat centraler kan en wat decentraler moet. Mogelijk leidt dit tot nieuwe verantwoordelijkheden voor gemeenten en provincies en de geldstroom van het Rijk naar de mede-overheden.