Huisartsen behandelen steeds vaker mensen die zware psychische of psychiatrische problemen hebben, omdat doorverwijzen naar specialistische zorg niet lukt of moeizaam is. Dit vinden huisartsen een zorgelijke ontwikkeling, blijkt uit een peiling van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) onder bijna 1.900 huisartsen.
Dit meldt de NOS.
Tachtig procent van de huisartsen kreeg het afgelopen jaar meer mensen in de spreekkamer die specialistische geestelijke gezondheidszorg (ggz) nodig hebben. Het is de bedoeling dat huisartsen mensen met lichte psychische problemen vaker zelf behandelen, zodat mensen niet onnodig naar specialistische ggz-instellingen worden doorverwezen. Op die manier moet de zorg beter en goedkoper worden.
Bijna alle huisartsen hebben praktijkondersteuning voor ggz geregeld. Maar als artsen mensen willen doorverwijzen die echt specialistische zorg nodig hebben, lopen ze tegen problemen aan, zegt 51 procent van de ondervraagden. Zo zijn er te lange wachtlijsten bij ggz-instellingen en vrijgevestigde psychiaters. In de tussentijd behandelen huisartsen de patiënten. De artsen noemen dat niet verantwoord.