Zorgaanbieder Careyn spant een kort geding aan tegen verzekeraar Zilveren Kruis. Careyn is het niet eens met de manier waarop de zorgverzekeraar de wijkverpleging wil gaan inkopen. Dit schrijft NRC Handelsblad.
Zilveren Kruis wil in januari 2016 in verschillende gemeenten starten met een experiment waarbij de stad of gemeente wordt verdeeld in verschillende wijken, waarbij elke wijk één voorkeursaanbieder op het gebied van wijkverpleging krijgt. Met het experiment wil de zorgverzekeraar het aantal zorgaanbieders terugbrengen en “een herkenbaar en hecht team” voor de patiënt creëren, schrijft de krant.
Bestuursvoorzitter Rob van Dam van Careyn noemt dit op zich een goed streven, maar de manier waarop is volgens hem totaal verkeerd. Zorgaanbieders moeten zich intekenen voor de wijken en aangeven voor welke prijs ze welke zorg kunnen leveren. Zilveren Kruis wijst vervolgens per wijk een thuiszorgaanbieder toe, waarbij de verzekeraar selecteert op door hen bepaalde factoren. Van Dam: “Eigenlijk zegt Zilveren Kruis: vecht elkaar maar kapot. Ze kiezen de goedkoopste en kijken onvoldoende naar kwaliteit.”
Onder de kostprijs werken
Zorginstellingen zijn verplicht hun huidige cliënten te blijven verplegen, ook als deze mensen niet in de wijk wonen waar de instellingen voorkeursaanbieder zijn. De zorgaanbieder moet dan volgens deze afspraak onder de kostprijs werken, wat volgens Van Dam praktisch betekent dat mensen minder uren zorg krijgen.
Omdat Careyn er met Zilveren Kruis niet uitkomt, ziet Van Dam geen andere weg dan die naar de rechter. Zilveren Kruis begrijpt dat het voor zorgorganisaties even wennen is. “Maar de pilot maakt het veld overzichtelijk en zorgt voor minder administratie waardoor de verpleegsters zich juist meer op de zorg kunnen richten”, zegt een woordvoerder.