AppleMark
Van de circa 250 bestuurders van de honderd grootste zorgaanbieders verdiende in 2014 bijna 60 procent meer dan de maximale WNT-norm van 229 duizend euro. Wel vorderden vijf instellingen “onverschuldigde betalingen” terug ter waarde van in totaal 250 duizend euro. Dit blijkt uit een inventarisatie van de jaarverslagen in het decembernummer van Skipr-magazine.
De bestuurders die boven het WNT-maximum zitten doen vrijwel zonder uitzondering een beroep op het overgangsrecht. In antwoord op de vraag of het wenselijk is dat meer dan helft van de topbestuurders drie jaar na invoering van de WNT boven de norm zit, laat het ministerie van VWS weten dat “het overgangsrecht een redelijke termijn biedt voor gedwongen verlaging van een eerder afgesproken bezoldiging. Het is van belang om bij een wetswijziging bestaande contracten te respecteren.”
Loonsverhoging
Wat de jaarverslagen ook laten zien is dat de overgangsregeling loonsverhoging niet in de weg hoeft te staan. De overgangsregeling voorziet erin dat bestuurders in drie stappen terug gaan naar het WNT-maximum. Toch zijn er blijkens de inventarisatie van Skipr ettelijke bestuurders die meer zijn gaan verdienen dan op grond van een indexering verwacht mag worden. “Dit is mogelijk wanneer die loonsverhoging is vastgelegd in de arbeidsovereenkomst vóór inwerkingtreding van de WNT”, aldus VWS. “In dat geval valt het onder het overgangsrecht, conform de WNT.”
Ondanks het vooralsnog beperkte effect van de WNT heeft de inkomensmaximering wel grote impact gehad in enkele individuele gevallen. Van de honderd grootste zorgaanbieders vorderden er vijf loonbetalingen boven het WNT-maximum terug ter grootte van in totaal rond de 250 duizend euro.
Terugvordering
In twee gevallen ging om een “onverschuldigde betaling” aan een interim-bestuurder. De betrokken raden van toezicht wijten de gang van zaken aan de trage reactie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat pas medio 2014 met een toelichting op de positie van interimmers binnen de WNT kwam. Met deze nieuwe uitleg in de hand vorderde zorgaanbieder Careyn 170 duizend euro terug bij interim-bureau BoerCroon. Het Sint Franciscus Gasthuis eiste 57 mille terug van BoerCroon. Door het faillissement van BoerCroon liggen beide claims bij de curator.
Wel succesvol was een claim van zorgaanbieder Espria op bestuursvoorzitter Marco Meerdink, die vorig jaar bijna 37 duizend euro aan teveel betaald loon moest terug storten. Bij bestuursvoorzitter Eric Janson van Treant Zorggroep ging het om drieduizend euro. Ook oudgediende Gerlach Cerfontaine moest een niet nader genoemd bedrag terugstorten in verband met zijn tijdelijke bestuursvoorzitterschap van de Antonius Zorggroep in Sneek.
Grondslag
Wat in de jaarverslagen ook opvalt is de omgang met de indeling in bezoldigingsklassen. De WNT kent een uitgebreid schema waarin zaken als complexiteit van de organisatie en transitieketen alsook maatschappelijke impact worden gekoppeld aan de bestuurszwaarte en daarmee bezoldigingsklasse. De jaarverslagen maken niet duidelijk waarom organisaties in dezelfde branche met vergelijkbare omzetten toch tot een andere bezoldigingsgrondslag leiden.
De vaststelling van de bezoldigingsklasse is een taak van de raad van toezicht. Deze vaststelling moet schriftelijke onderbouwd worden, zo laat VWS weten: “Dit document kan worden opgevraagd door de toezichthouder, het CIBG.”
De WNT kent ook uitzonderingsclausules. Naar eigen zeggen heeft VWS sinds de start van de WNT dertien uitzonderingsverzoeken gekregen. VWS merkt daarbij dat deze clausule niet betekent dat aanvragers buiten de WNT komen te vallen. Het betreft verzoeken om een hogere bezoldiging dan normaliter volgens de wet is toegestaan. Dit kan een hogere bezoldigingsklasse zijn onder de WNT-norm (5 verzoeken tot nu toe), of een bezoldiging boven de WNT-norm (8 verzoeken tot nu toe).