Als het aan het Openbaar Ministerie (OM) ligt, gaat de gepensioneerde oncoloog Gerrit S. (69), die wordt verdacht van belastingfraude en witwassen van zwart geld, twintig maanden de cel in. Dat bleek woensdag voor de rechtbank in Amsterdam. Het OM wil ook 3,5 miljoen euro terug van S.
S. kreeg eerder al naheffingen van de Belastingdienst over de niet opgegeven inkomsten in de twaalf jaar die nog niet verjaard zijn.
Het zwarte geld, dat op een Luxemburgse bankrekening stond, verdiende de oud-oncoloog volgens zijn advocaat volledig legaal, door samenwerking met farmaceuten. Deze inkomsten heeft hij nooit opgegeven bij de belastingdienst. S. is inmiddels met pensioen, maar was daarvoor oncoloog en afdelingshoofd bij het Erasmus MC.
Legale werkzaamheden
“Dit vermogen is niet verdiend met cocaïne- of mensenhandel, maar met legale werkzaamheden. Het kan toch niet zo zijn dat hem zijn hele vermogen wordt afgenomen. Dat heeft hij verdiend met hard werken als medisch specialist”, aldus zijn advocaat.
S. kwam in beeld tijdens een onderzoek van de Belastingdienst naar uitgaven met buitenlandse creditcards in Nederland. In 2010 en 2011 zou hij ruim 158.000 euro hebben betaald met zijn Luxemburgse creditcard. Toen het S. in 2013 duidelijk werd dat er een einde zou komen aan het bankgeheim, heeft hij zijn geld (zo’n 785.000 euro) uit Luxemburg gehaald en thuis verstopt in een ventilatieschacht.
“Achteraf gezien had ik meteen gebruik moeten maken van de inkeerregeling voor zwartspaarders”, verklaarde S. daar later over. “Ik heb altijd geweten dat zwartsparen niet mocht, ik heb bewust het risico genomen betrapt te worden. Maar ik heb dat altijd als fiscaal delict gezien. Ik heb nooit beseft dat ik door dat geld uit te geven, hier op een dag terecht zou komen”, zei hij woensdag voor de strafrechter in Amsterdam.
De FIOD viel in juni vorig jaar in bij S. Inmiddels lag het zwarte geld in de ventilatieschacht hem zwaar op de maag, vertelde hij de rechtbank. “Toen ik daar in mijn onderbroek bij de voordeur stond, dacht ik in eerste instantie: wat gebeurt er? En meteen daarna: hè hè, het is eindelijk voorbij.” (ANP)