De instroom van studenten in hbo-opleidingen in de zorg en een aantal pedagogische mbo-opleidingen is te laag om te voldoen aan de vraag in de nabije toekomst. Over twee tot vijf jaar zal de vraag naar dit soort personeel al groter zijn dan de aanwas. Dat blijkt uit het rapport Arbeid in Zorg en Welzijn, Jeugdzorg en Kinderopvang 2015.
De verwachte tekorten volgen op een periode waarin er juist overschotten op de arbeidsmarkt waren, zo stelt het rapport. Op korte termijn neemt de vraag naar personeel echter weer toe. Al over twee jaar dreigen tekorten aan medewerkers op hbo-niveau, over vijf jaar zal de vraag naar medewerkers het grootst zijn. Dan gaan relatief veel medewerkers met pensioen en moeten lege plekken worden opgevuld.
Scholen
Om dreigende tekorten tijdig op te vangen zouden meer jongeren een studie moeten volgen in zorg en welzijn. Veel opleidingen hebben de instroom van studenten de afgelopen jaren zien afnemen door de veranderende arbeidsmarkt. Sommigen hebben bewust de instroom beperkt met een numerus fixus, omdat er in het veld te weinig stageplekken waren.
Naast het vergroten van de instroom moeten opleidingen hun curricula aanpassen aan de vaardigheden en competenties die straks gevraagd worden. Dit doen ze nu al, in samenwerking met werkgevers en werknemers. Op deze manier vergroten ze bovendien de doorgroeimogelijkheden en wendbaarheid van medewerkers, en daarmee hun inzetbaarheid op de arbeidsmarkt.
Kabinet
Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) heeft het rapport maandag naar de Tweede Kamer gestuurd. In zijn begeleidende schrijven laat de staatssecretaris weten dat hij zich bewust is van de ophanden zijnde veranderingen op de zorgarbeidsmarkt. Hij wijst er ook op dat een aantal maatregelen al is genomen en in werking is of wordt gezet.
Zo is het Stagefonds Zorg opgericht, dat werkgevers meer ruimte geeft door begeleiding te vergoeden. Hierdoor zou het aantal stageplaatsen voor hbo-verpleegkundigen tussen 2008 en 2015 bijna verdubbeld zijn (van 2720 naar 5026 voltijds stageplaatsen). Het aantal gerealiseerde stageplaatsen is daarmee harder gestegen dan het aantal studenten. Dat ging van 11.500 naar 16.300 (een stijging van 42 procent). Voor 2016 en verder stelt de staatssecretaris weer 112 miljoen euro beschikbaar voor het stagefonds.
Verder vindt Van Rijn het belangrijk “dat de huidige zorgverleners voorbereid zijn op veranderingen in de zorgvraag en over de juiste competenties beschikken”. Voor bijscholing kan geld ingezet worden uit het potje voor verbetering van de kwaliteit van verpleeghuizen, waaronder het programma Waardigheid en Trots (structureel 210 miljoen euro). “Deze middelen zijn bedoeld voor extra dagbesteding voor ouderen én investeringen in de kwalificaties van het personeel”, aldus de bewindsman.
Het kabinet financiert verder met 13,4 miljoen euro het Werkprogramma professionalisering Jeugdhulp 2015-2018 dat branche- en beroepsorganisaties, cliëntenorganisaties en gemeenten gezamenlijk uitvoeren.
Vervolg
Het rapport ‘Arbeid in Zorg en Welzijn, Jeugdzorg en Kinderopvang 2015’ is onderdeel van het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn, een samenwerking van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de sectorfondsen in de zorg: StAZ (Ziekenhuizen), StAG (Gehandicaptenzorg), O&O-fonds GGZ en A+O VVT (verplegings- en verzorgingshuizen en Thuiszorg), FCB en de Stichting Sociaal Fonds Huisartsenzorg. De uitvoering van het onderzoekprogramma is in handen van Kiwa en CAOP.
Op 7 maart denken de partners van het arbeidsmarktprogramma tijdens een evenement samen verder over manieren om in te spelen op de uitdagingen, die beschreven zijn in het rapport.