De twintig deelnemende partijen gaan de komende vijf jaar door met het Landelijk Schakelpunt (LSP) en de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ). Bovendien zijn er drie nieuwe partijen toegetreden tot het convenant: GGZ Nederland, de Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten en de vereniging van diagnostische centra SAN.
Alle 23 partijen hebben hun handtekening gezet onder het nieuwe convenant ‘Gebruik Landelijke Zorginfrastructuur 2016 – 2020’ en het bijbehorende businessplan. De eerste convenantperiode is hiermee afgesloten. Deze stond vooral in het teken van aansluiten, het verkrijgen van toestemming van patiënten en het daadwerkelijke gebruik. Het fundament is gelegd, aldus de VZVZ.
In 2015 werd volgens de VZVZ al veelvuldig gebruik gemaakt van de zorginfrastructuur. Daarmee kwamen drie belangrijke “ontwikkelpunten” naar boven. Ten eerste constateert de VZVZ dat de (wettelijke) noodzaak voor de opt-in bij uitwisselingssystemen “tot veel gedoe” leidt. Gebruikers, regio’s, koepels en VZVZ stellen een gericht actieplan op met een duidelijke rolverdeling, waarin onder meer wordt gekeken naar acties om het aantal toestemmingen van patiënten tot inzage van gegevens te vergroten.
Doorontwikkeling
Het tweede ontwikkelpunt betreft de doorontwikkeling van de basisfunctionaliteit. Wat het eerste betreft, meldt VZVZ dat de basisfunctionaliteit (zoals medicatieoverzicht, en laboratoriumgegevens) werkt en veel mogelijkheden biedt voor nieuwe toepassingen. Wel kan het “nog beter”. Uit een effectmeting blijkt volgens de VZVZ dat gebruik van het LSP meer waarde krijgt als er meer mee kan. Om die te bereiken moet de huidige techniek in de gehele keten beter gaan werken en moet de basisfunctionaliteit uitbreiden in aansluiting op de zorgpraktijk.
Het derde ontwikkelpunt betreft de behoefte onder zorgverleners aan informatie op maat. Zij missen informatie in de praktijk; soms omdat ze die niet kunnen vinden of omdat de informatie niet voldoende aansluit bij hun vraag of simpelweg omdat die er nog niet is. Volgens de VZVZ kan een snelle slag worden gemaakt door de beschikbare informatie van haarzelf, leveranciers en koepels op een voor de praktijk passendere manier aan te bieden. Uitgangspunt is dat informatie concreet en duidelijk moet zijn. Er moeten antwoorden komen op vragen als: hoe werkt het LSP (op ketenniveau)?; hoe kan ik in mijn eigen systemen werken met het LSP?; waar meld ik een probleem?
De ontwikkelpunten zijn de uitgangspunten voor het businessplan van de convenantspartijen. Zij zijn het eens over de manier waarop zij de landelijke zorginfrastructuur willen gebruiken en doorontwikkelen, aldus de VZVZ. Was het vorige convenant vooral gericht op de daadwerkelijke start van de zorginfrastructuur, het nieuwe convenant is vooral gericht op verbreding en verdieping van het gebruik van het LSP.
Informatie-uitwisseling
Bijna 9,9 miljoen Nederlanders hebben intussen toestemming gegeven om hun gegevens voor uitwisseling beschikbaar te stellen voor het geval dat voor hun behandeling van belang is, volgens de VZVZ. “De informatie-uitwisseling draagt bij aan de veiligheid in waarneemsituaties, reguliere medische situaties en spoedeisende situaties.” Momenteel worden er wekelijks 1 miljoen medische opvragingen via het LSP verzonden. In de afgelopen drie jaar heeft meer dan 90 procent van de huisartsenpraktijken een aansluiting gekregen. Meer dan 89 procent van de ziekenhuizen is aangesloten op het LSP. Onlangs meldde de NVZ overigens dat dit geldt voor 84 procent van de ziekenhuizen.
—
Marc Veldhoven, Cor Calis en andere bestuurders die de HIMSS hebben bezocht met de Heliview VIP Studiereis, vertalen met hoofdredacteur Ruud Koolen en redacteur Philip van de Poel de HIMSS 2016-lessen naar de Nederlandse context. Komt u op 1 april naar Skipr Himss Highlights in Houten.