AppleMark
Ruim negen van de tien wijkteams kampen met een gebrek aan tijd en capaciteit. Daardoor dreigen kerntaken als preventie en aanwezigheid in de wijk onder te sneeuwen. Dit blijkt uit een inventarisatie onderzoeksbureau Movisie in samenwerking met Nederlands Jeugdinstituut en Vilans.
In opdracht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) deed Movisie in 2014 een eerste peiling onder 224 gemeenten. Hieruit bleek dat destijds 69 procent met een sociaal (wijk)team werkte. Dit percentage is nu doorgegroeid naar 87 procent. Van de G32-gemeenten werkt zelfs 96 procent met sociale (wijk)teams. Bij de overige middelgrote tot kleine gemeenten is dat 86 procent. Vooral kleinere gemeenten hebben geen sociaal (wijk)team. Deze zetten in het algemeen de aanpak van voor de transities voort, zo constateert Movisie.
Wordt er gekeken naar de dekking, dan blijkt dat G32-gemeenten gemiddeld acht teams tellen. In middelgrote tot kleinere gemeenten zijn dit gemiddeld twee teams. Het aantal teams is veelal gebaseerd op het aantal inwoners.
Onvoldoende
Van de betrokken gemeenten geeft 92 procent aan dat de teams nog niet aan alle taken toekomen. Tot de taken die onvoldoende worden uitgevoerd behoren ‘outreachend werken’ (46 procent), het organiseren van nulde-lijnszorg; het ondersteunen van informele netwerken en buurthulp (43 procent), preventie en vroeg signalering (38 procent) en het faciliteren van collectieve voorzieningen in de wijk (38 procent).
Breed takenpakkket
Volgens Movisie vragen deze taken dat de professionals de wijk in kunnen zonder gehinderd te worden door regels en hoge werkdruk. In de meeste gemeenten is juist sprake van een hoge werkdruk en dito caseload. Deze hangen samen met de keuze van gemeenten voor een breed takenpakket. “Een grote caseload is niet verwonderlijk als een groot deel van de sociale (wijk) teams naast complexe en meervoudige problematiek ook enkelvoudige hulpvragen, zoals het aanvragen van een rolstoel, oppakken”, stelt Movisie. “Op deze manier wordt hun takenpakket al gauw erg breed.” De hoge caseload lijdt in sommige gemeenten al tot wachtlijsten.
Ook de samenwerking met burgers komt nog onvoldoende van de grond. Ondanks de beste intenties, blijken volgens Movisie regels en afspraken de samenwerking met mantelzorgers en vrijwilligers in de weg staan. Uit de peiling blijkt dat veel gemeenten –veelal uit onwetendheid- nog onvoldoende aandacht hebben voor burgerbetrokkenheid bij sociale (wijk)teams. Op die manier blijft er veel kennis, kunde en inzet in buurten onbenut, stelt Movisie.
Zoekende
Het is de vraag of deze knelpunten op korte termijn worden opgelost. Negen van de tien gemeenten hebben geen plannen voor uitbreiding van het aantal teams. “Er is nog een weg te gaan”, erkent bestuurder Yvonne van Mierlo van Movisie. “Veel gemeenten zijn nog zoekende naar de juiste aanpak. Het werken in een interdisciplinair team en met een integrale aanpak is voor velen nieuw en tijdrovend. Dit betekent dat op het terrein van preventie en outreachend werken, maar ook bij de ondersteuning van burgerinitiatieven, nog uitdagingen liggen. Maar laten we ook realistisch zijn; we zijn nog maar net begonnen.”
Volgens de oud-wethouder van de gemeente Helmond kan de transformatie van het sociale domein zomaar vijf jaar vergen. Daarom hamert ze op de bereidheid om te leren. “In mijn vorige werk, als wethouder van de gemeente Helmond, zag ik bij het formeren van wijkteams, dat er in de kleinere gemeentes al jaren met een succesvolle aanpak werd gewerkt om mensen te activeren. Goede praktijkvoorbeelden en het delen van ervaringen zijn waardevol.”