AppleMark
De ‘vereniging van voorhoedeziekenhuizen’ STZ ontwikkelt een register waarin patiënten en verwijzers aan de hand van twaalf objectieve criteria kunnen zien welke zorg als ‘topklinisch’ kan worden aangemerkt. Het register moet op 1 januari 2017 in werking treden.
De plannen voor het STZ-register topklinische zorg werden tijdens het vierde STZ-lustrum in Amsterdam kort aangestipt door voorzitter Marjanne Sint. “Het register objectiveert welke behandelingen het predicaat topklinisch mogen krijgen”, aldus Sint.
“Er wordt wel eens gedaan alsof wij boerenknollenziekenhuizen zijn die alleen galblazen of knieën doen, maar er wordt hier topzorg geleverd”, licht Jan van Mourik, bestuurslid topklinische zorg & orthopedisch chirurg Máxima Medisch Centrum, het initiatief toe. “Met het register kunnen de ziekenhuizen straks echt laten zien op welke gebieden ze boven het maaiveld uitsteken. Patiënten en huisartsen kunnen bovendien zien waar hoog-specialistische, bijzondere kennis beschikbaar is.”
Gemeenschappelijke inspanning
Om een plek in het register te krijgen moet een zorgfunctie aan twaalf criteria voldoen. Zo moet de betreffende functie in een goed zorgpad zijn vastgelegd en moet de kwaliteit geborgd zijn. Ook moet de betreffende zorgfunctie wetenschappelijk ingebed zijn. Bovendien dient de zorg multidisciplinair te zijn om topklinisch te mogen heten. “Het kan nooit een uniek feestje van één specialist zijn, maar het gaat om een gemeenschappelijke inspanning”, stelt Van Mourik. “Een patiënt moet te allen tijde contact kunnen hebben met iemand met specifiek verstand van zaken.”
Nieuwe wegen
Het register sluit wat Sint betreft naadloos aan bij de voortrekkersrol die de topklinische opleidingsziekenhuizen voor zichzelf zien weggelegd. Gelet op de voortdurende digitale revolutie is innovatie in de ziekenhuiswereld wat Sint betreft harder nodig dan ooit. “De enorme beschikbaarheid en toegankelijkheid van informatie verandert de omgang met gezondheid en zorg. Niet de spelregels veranderen, maar het spel zelf. De machtsbalans verschuift naar patiënt en zijn omgeving. Blijkens recent onderzoek van Gupta is 46 procent van de Nederlandse ziekenhuispatiënten beter af met zorg aan huis. Of het waar is…? Zeker is dat de zorg uit het ziekenhuis verschuift naar de eerste en nulde lijn en zbc’s. Het antwoord is de afgelopen jaren vooral gezocht in samenwerken en samengaan. Dat volstaat niet meer. Om in de top mee te draaien moeten we tijdig signalen opvangen. We moeten nieuwe wegen inslaan. Doen we dat niet dan wordt er voor ons gekozen.”
Ook minister Schippers van VWS, die als gastspreker optrad, had lovende woorden voor het streven om onderscheid door kwaliteit, zoals het register doet, zichtbaar te maken. “Zorg wordt steeds minder een kwestie van one size fits all. De nieuwe medisch specialist werkt los van tijd en plaats, bijvoorbeeld door online-spreekuren of bij de huisarts dan wel patiënt thuis. De dokter beslist samen met de patiënt in plaat van over hem. Ook krijgt de dokter steeds meer beslis-ondersteuning door big data. Maar techniek is een middel en geen doel. Soms is een goed gesprek of een arm om de schouder van de patiënt datgene wat nodig is. De STZ zal de komende jaren een prachtig platform blijven om te bekijken wat wel en niet werkt en het inventariseren van problemen.”
Het STZ-register topklinische zorg wordt komende zomer nagelopen op de laatste kinderziektes. Het register gaat op 1 januari2017 van start. Naar verwachting brengt ieder STZ-ziekenhuis 10 à 15 zorgfuncties in. Hoewel het een STZ-initiatief betreft is het register openbaar en transparant. “Het staat dus ieder ziekenhuis vrij om te kijken in hoeverre ze aan de vereisten voldoen”, zegt Van Mourik