AppleMark
De toekomstige financiering van substitutie van tweedelijnszorg in de eerste lijn staat onder druk. Oorzaak is het optreden van ZN, die in de nieuwste substitutiemonitor niet langer de financieringsbron van de gesubstitueerde zorg vermeldt. Daardoor is het voor VWS ondoenlijk om voor komend jaar een adequate raming van de benodigde financiële middelen te maken.
Substitutie geldt als een belangrijk middel om zorg dicht bij de patiënt en kostenefficiënt te leveren. Niet alleen wordt dure tweedelijns zorg verplaatst naar de eerste lijn, ook betekent substitutie het voorkomen van zorg in de tweede lijn. Om die reden is substitutie opgenomen in de bestuurlijke akkoorden eerste lijn en medisch specialistische zorg voor 2014-2017.
Om de effecten van substitutie in kart te brengen is er een monitor ontwikkeld. Deze wordt uitgevoerd door ZN. Dit jaar heeft ZN de methodiek aangepast. Waar voorheen in de monitor werd vermeld welke zorg gesubstitueerd was en welke financieringsbron hiermee gemoeid was, heeft ZN deze informatie dit jaar weggelaten.
Onaangenaam verrast
Dit tot grote ontevredenheid van eerstelijnsbrancheorganisatie InEen en de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV). “Wij zijn onaangenaam verrast om onlangs – overigens pas na navraag hierover – te vernemen dat ZN eenzijdig de substitutiemonitor heeft aangepast”, aldus de twee partijen in een brief. “Er wordt in de monitor niet langer een directe relatie gelegd tussen de substitutieafspraken in de eerste lijn en de herkomst van de daarvoor benodigde financiële middelen.” Daarmee wordt het ministerie van VWS volgens InEen en LHV essentiële informatie onthouden om de budgettaire kaders voor 2017 vast te stellen.
Ook minister Schippers is ontstemd over de handelswijze van ZN. “Ik betreur dat de opzet van de monitor door ZN eenzijdig is aangepast, waardoor er geen directe relatie meer kan worden gelegd tussen substitutie-afspraken die zijn gemaakt in de tweede en eerste lijn. Hierdoor wordt het kwetsbaar om aan de hand van de uitkomsten de beschikbare kaders voor 2017 bij te stellen.”
Praktijk
In een notitie geeft ZN aan de aanpassing noodgedwongen te hebben doorgevoerd. De veronderstelling dat er door substitutie middelen worden vrijgespeeld die één op één van tweede naar eerste lijn kunnen worden overgeheveld, strookt volgens ZN niet met de praktijk. Bovendien blijken zorgverzekeraars in hun systemen niet altijd de financieringsbron van een substitutieafspraak te registreren.
“Zorgverzekeraars vinden substitutie belangrijk maar willen dat niet doen op basis van een schijnwerkelijkheid en hebben daarom aanpassingen gedaan in de substitutiemonitor”, stelt een wqoordvoerster van ZN. “Nog steeds vinden we dat de huidige substitutiemonitor een goed beeld geeft van de omvang van substitutie en hoeveel geld er mee is gemoeid. De monitor geeft bovendien nog steeds ook een goede onderbouwing voor verschuiving van budgettaire kaders, als dat nodig is. In de huidige vorm is het dus een prima middel voor het vaststellen van de feitelijke substitutiebeweging tussen de verschillende deelsectoren.”
Onacceptabel
InEen en LHV nemen geen genoegen met deze uitleg. “De kern van de substitutiemonitor is juist het (inhoudelijk) monitoren van de substitutie van zorg van de tweede lijn naar de eerste lijn, om daarmee het ministerie van VWS een aangrijpingspunt te bieden om de budgettaire kaders aan te passen. Wij vinden deze aanpassing van de substitutiemonitor niet acceptabel en in strijd met gemaakt landelijke afspraken.”
Om de druk van de ketel te halen heeft VWS toegezegd af te zien van de inzet van het macrobeheersinstrument (MBI) in geval van overschrijdingen, mits de uitgaven aan huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg samen binnen het kader blijven. Na de zomer zal worden alsnog bekeken hoe de nieuwe monitor kan worden vertaald naar budgettaire kaders.
“Misschien hebben we wat onhandig geopereerd in de communicatie met andere partijen, maar daar hebben we met uitgebreid met hen over gesproken”, aldus de ZN-woordvoerster. “Zorgverzekeraars willen nu samen met VWS en andere partijen bekijken hoe we substitutiemonitor nog beter kunnen maken.”
Ondanks alle ophef over het optreden van ZN zijn de uitkomsten van de substitutiemonitor 2016 positief. Er zijn meer substitutieafspraken zijn gemaakt dan in 2015; er is voor 33,6 miljoen euro aan extra substitutieafspraken gemaakt in de eerste lijn en voor circa 36 miljoen euro in de tweede lijn.