AppleMark
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in Den Haag heeft korte metten gemaakt met de manier waarop de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de tarieven voor de ggz in 2014 en 2015 heeft vastgesteld. De nietigverklaring betekent dat de NZa de tarieven opnieuw moet vaststellen. Daarmee krijgt de sector er een nieuw probleem bij in de worsteling rond de financiële verantwoording.
De beroepsprocedure is aangespannen door negen zorgverzekeraars onder aanvoering van Zilveren Kruis. Hun bezwaar richt zich tegen de manier waarop de NZa de ggz-tarieven voor 2014 en 2015 geeft vastgesteld. Als onderdeel hiervan liet de NZa een kostprijsonderzoek uitvoeren op basis van gewogen gemiddelden uit de steekproeven onder vier groepen zorgaanbieders.
Dit kostprijsonderzoek liet geheel tegen de verwachting van de NZa in een prijsverhoging van 18,9 procent zien. Om de uitkomsten naar beneden bij te stellen paste de NZa achteraf de berekeningswijze en de onderzoeksopzet aan. Niet alleen heeft de NZa bij deze herberekening volgens het CBb fouten gemaakt, de handelswijze is ook principieel onjuist. “De onderzoeksmethode moet voorafgaand aan het kostprijsonderzoek worden bepaald, en niet na afloop als de uitkomst van het onderzoek bekend is en die uitkomst NZa minder goed bevalt”, stelt het CBb.
Om die reden stelt het CBb de zorgverzekeraars in het gelijk en verplicht het college de NZa om de tarieven opnieuw vast te stellen. Ook krijgt de NZa nog een tik op de vingers vanwege het feit dat de NZa het eerdere bezwaar van de zorgverzekeraars via een interne procedure niet serieus heeft genomen.
Aangepaste werkwijze
In een reactie laat de NZa weten de uitspraak ter harte te nemen. “Ook de NZa wil van tevoren transparant zijn over hoe wij tarieven berekenen”, laat de marktmeester weten. “De uitspraak van het CBb nemen wij mee in de opzet van het lopende kostenonderzoek in de ggz. De afgelopen jaren hebben wij onze werkwijze aangepast: inmiddels publiceren wij na afloop van een kostenonderzoek een verantwoordingsdocument waarin we de gevolgde werkwijze verduidelijken.”
De NZa zegt nog te studeren op de vraag wat de uitspraak betekent voor de tarieven in de gespecialiseerde ggz. Het lijkt in ieder geval evident dat de kwestie geen positieve invloed heeft op de problemen met de financiële verantwoording waar de ggz de laatste jaren mee worstelt. Vanwege de vele wijzigingen in de financiële en juridische spelregels hebben de ggz-aanbieders de grootste moeite om aan te tonen dat de geleverde zorg rechtmatig is, oftewel: is geleverd volgens de geldende regels.
Impact
Om die reden is het ggz-aanbieders de afgelopen twee jaar niet gelukt om de 1 juni-deadline voor de jaarverslagen te halen. De vraag is wat een eventuele correctie van de tarieven betekent voor de rechtmatigheid van de jaarverslagen over 2014 en 2015. Daarnaast kunnen gecorrigeerde tarieven grote impact hebben op individuele instellingen. “Het hangt er helemaal vanaf wat de NZa nu gaat doen”, reageert een woordvoerder van GGZ Nederland. “Pas als dat duidelijk is kunnen we zien wat het betekent voor de omzet van individuele instellingen en de rechtmatigheid van de jaarrekeningen.”
De jaarrekeningen over 2014 zijn inmiddels vrijwel allemaal gedeponeerd. Voor de jaarrekening over 2015 hebben de ggz-aanbieders uitstel gekregen van minister Schippers tot uiterlijk 1 december. Blijkens gegevens van inkooporganisatie Intrakoop heeft circa driekwart van de ggz-aanbieders de jaarrekening 2015 nog niet afgerond.