Eén op de vier senioren (26 procent) zegt niet in hun huidige huis te kunnen blijven wonen wanneer de gezondheid of mobiliteit afneemt. Maar dit besef leidt niet tot verhuizen. Een derde van de respondenten (34 procent) ‘ziet het tegen die tijd wel’.
Dit komt naar voren uit de tweede editie van de peiling ‘Verhuizen en Anticiperen’ van seniorenorganisatie ANBO en woonorganisatie Woonz.nl onder ruim 3600 senioren. “Een jaar geleden bleek uit onze gezamenlijke peiling dat één op de drie senioren te lang wacht met verhuizen,” zegt directeur-bestuurder Liane den Haan van ANBO. “Pas wanneer het te laat is en ze niet langer in het huis kunnen functioneren, gaan ze op zoek naar een andere woning. In de tweede editie wilden we weten welke woonwensen senioren hebben, en in hoeverre ze bereid zijn om zelf woningaanpassingen te doen om langer zelfstandig te blijven wonen.”
Woonwensen
“Het valt ons op dat de deelnemers aan het onderzoek scherp voor ogen hebben wat hun woonwensen zijn”, reageert directeur Annemiek Schut van Woonz.nl. “Zo zou de helft het liefst in een kleine stad of dorp willen wonen, en zijn woonvormen met slechts één verdieping het populairst. Bijna negen op de tien vinden een gelijkvloers appartement ideaal.”
Ook speciale woonvormen zoals een hofjeswoning worden overwogen (44 procent), maar zijn vooral bij jongere senioren tot een jaar of 60 in trek. Het minst aantrekkelijk wordt een kamer in een woning met gedeelde voorzieningen gevonden: 86 procnet moet daar niets van hebben.
Bij de meeste ouderen staat er ook een buitenruimte op het verlanglijstje. Ruim acht op de tien willen een balkonnetje, 62 procent vindt een tuin met een onderhoudsvrij terras een belangrijke voorwaarde. Een tuin met groen is daarentegen vanwege de onderhoudsinspanning maar nog geen kwart (23 procent) wenselijk.
Verantwoordelijkheid
ANBO en Woonz.nl schrokken vorig jaar van de lage mate van anticipatie bij senioren op een slechter wordende gezondheid. Den Haan (ANBO): “We weten dat senioren niet snel verhuizen, maar we hebben nu ook onderzocht in hoeverre ze zich verantwoordelijk voelen om zelf woningaanpassingen te betalen. Het valt op dat senioren die een woning huren in overgrote meerderheid die verantwoordelijkheid bij de verhuurder of gemeente leggen.” De verhuurder wordt verantwoordelijk gehouden voor het verwijderen van drempels (41 procent), het plaatsen van een verhoogd toilet (41 procent), het vervangen van een badkuip voor een douche (34 procent) en het verbreden van deurposten (41 procent). Het vergoeden van een traplift vinden de respondenten in 43 procent van de gevallen een taak van de gemeente.
Respondenten met een koophuis leggen in meerderheid de verantwoordelijkheid bij zichzelf of bij hun vereniging van eigenaren. Zes op de tien (58 procent) willen zelf de drempels verwijderen. 64 Procent wil zelf wel steun- en handgrepen in de badkamer bekostigen en meer dan de helft (55 procent) zou een verhoogd toilet zelf betalen. Maar ook bij deze groep wordt de gemeente aangewezen voor het plaatsen van een traplift: een derde vindt de gemeente daarvoor verantwoordelijk, nog eens een derde noemt het een gedeelde verantwoordelijkheid van gemeente en woningeigenaar.
Anticiperen
Hoe het kan dat senioren wél hun woonwensen op een rijtje hebben en weten dat ze bij verslechterende mobiliteit moeten verhuizen, maar tóch niet tot actie overgaan, ligt volgens Woonz.nl en ANBO nog steeds aan de vindbaarheid van alternatieven. Woonalternatieven zijn niet altijd makkelijk vindbaar voor senioren. Ook zijn ze bang voor een toename van de vaste lasten of kunnen in hun gemeente geen geschikt woningaanbod vinden. Dit onderstreept volgens de twee partijen het belang van sites als Woonz.nl. Woon(zorg)aanbieders moeten beter laten zien wat ze voor mogelijkheden bieden. Het aanbod dat er is, is onvoldoende zichtbaar.