De Nederlandse gemeenten geven een rooskleurig beeld van de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Dat vindt Patiëntenfederatie Nederland. Zo wegen de gemeenten in hun beoordeling geen inwoners mee van wie de zorgvraag is afgewezen. De Patiëntenfederatie doet dit wel en komt op een rapportcijfer van 5,2 voor de gemeentelijke ondersteuning.
“Te veel mensen geven aan geen passende oplossingen te krijgen en niet in aanmerking te komen voor de ondersteuning die ze nodig hebben”, reageert directeur-bestuurder Dianda Veldman van de Patiëntenfederatie. Ook zetten gemeenten Wmo-geld vaak in voor andere doeleinden en worden kwetsbare burgers onvoldoende betrokken. “Gemeenten moeten beter in beeld hebben wat de situatie van inwoners is, en wat zij nodig hebben. Als ze dat weten, kunnen ze beter maatwerk leveren. Dat zal de kwaliteit van leven van mensen rechtstreeks ten goede komen.”
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) constateerde eind januari op basis van eigen onderzoek dat mensen tevreden zijn over de ondersteuning vanuit de gemeente en de toegang tot die ondersteuning. Patiëntenfederatie Nederland vindt dat het onderzoek van de gemeenten niet een volledig beeld van de Wmo schetst.
Rapportcijfer
Het onderzoeksprogramma Mijnkwaliteitvanleven.nl, een initiatief van Patiëntenfederatie Nederland, nam een bredere groep mensen mee in het onderzoek, waaronder ook cliënten die voor hulp zijn afgewezen en mantelzorgers. Op basis van de vragenlijst van Mijnkwaliteitvanleven.nl ontstaat een ander beeld over de rol van de gemeente in de uitvoering van de Wmo. De 26.000 mensen die de vragenlijst van Mijnkwaliteitvanleven.nl hebben ingevuld, geven het contact met de gemeente als hulp of hulpmiddelen nodig zijn een 5,2 als rapportcijfer. Eén op de drie mensen met een zorgvraag geeft aan dat zij niet beschikken over de hulp of hulpmiddelen die het beste bij hun situatie passen. De meest genoemde reden is dat zij hier geen geld voor hebben (41 procent) of er niet voor in aanmerking komen (37 procent).