506541978
De verbreiding van zorginkoop als sturingsinstrument heeft geleid tot standaardisering en massa-inkoop met weinig ruimte voor pluriformiteit van de zorgvraag. Door de nadruk op uniformiteit kan zorginkoop via bulkinkoop onbedoeld leiden tot “dictatuur van de middelmaat”.
Dat constateert de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in het rapport ‘Inkoopsafari – Verkenning van de praktijk van zorginkoop’. In de verkenning neemt de RVS vier deelsectoren onder de loep om antwoord te krijgen op de vraag hoe zorginkoop de kwaliteit, toegankelijkheid, betaalbaarheid en pluriformiteit beïnvloedt. De onderzochte sectoren zijn de ziekenhuiszorg, de kraamzorg, de intramurale ouderenzorg en de extramurale individuele begeleiding.
Volgens de RVS heeft zorginkoop niet zelden tegenstrijdige effecten. Wordt er gekeken naar de invloed op de betaalbaarheid, dan treedt er een tweeledig effect op. Enerzijds is er sprake van stroomlijning van processen, minder verspilling en meer automatisering en dus een hogere productie-efficiëntie. Tezelfdertijd wordt die productie-efficiëntie negatief beïnvloed door allerlei controlemechanismen en administratieve lasten. Op macroniveau heeft zorginkoop de kosten in elk geval niet weten te verminderen, aldus de RVS: “Integendeel, de kosten zijn toegenomen.”
Als er naar de toegankelijkheid gekeken wordt, dan doen zich volgens de RVS soms negatieve effecten voor in de vorm van wachtlijsten. Deze kunnen optreden doordat verzekeraars patiënten naar de aanbieder willen sturen die de meest doelmatige zorg levert.
Bulkinkoop
Met pluriformiteit staat inkoop volgens de RVS qualitate qua op gespannen voet vanwege de homogeniserende werking. Zorginkoop betekent in de woorden van de RVS- “het stellen van eisen aan standaardisatie en uniformiteit: protocollen, richtlijnen, kwaliteitssystemen, opleidingseisen. Het leidt tot bulkinkoop. Dit kan goed zijn wanneer standaardisatie leidt tot verbetering van bepaalde professionele kwaliteitsaspecten. Maar het kan er ook toe leiden dat de dictatuur van de middelmaat zegeviert.”
In een eerdere publicatie toont RVS-voorzitter Pauline Meurs zich ook kritisch: “Er blijkt in de inkoop nauwelijks ruimte te zijn voor niet kwantificeerbaar te maken factoren. De nadruk ligt op die aspecten die zorginkopers kunnen meten en waar ze zorgverleners op kunnen afrekenen.”
Schijnproces
Ondanks de nadruk op de financiële kant heeft zorginkoop in economische termen niet zelden veel weg van een schijnproces. “Veel zorginkoop bestaat eigenlijk uit het uitvoeren van beleidsregels van de NZa, het invulling geven aan wensen van de minister of het naleven van bestuurlijke hoofdlijnenakkoorden”, stelt de RVS. Als de uitkomsten van zorginkoop politiek onwelgevallig zijn blijken overheid en politiek het lastig te vinden om niet te interveniëren, waarmee de werking van zorginkoop als sturingsinstrument ondergraven wordt.
Ook op een ander niveau werkt zorginkoop onvoldoende, vindt de RVS. Voor zorgverzekeraars is inkoop vaak een middel om hun concurrentiepositie te verstevigen in plaats van een instrument om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid te verbeteren. Bovendien zijn burgers namens wie verzekeraars inkopen nauwelijks betrokken bij zorginkoop. Zij kiezen dan ook niet op basis van de kwaliteit van de inkoop voor zorgverzekeraar, maar op basis van de hoogte van de premie.
Groeiend belang
Aanleiding voor de ‘Inkoopsafari’ is het al maar groeiende belang van zorginkoop in de zorg. Sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet (Zvw) onderhandelen zorgverzekeraars al zo’n tien jaar steeds intensiever met zorgverleners over prijs en kwaliteit van curatieve zorg. Met de decentralisatie van maatschappelijke ondersteuning, begeleiding en jeugdhulp maken ook gemeenten voor hun inwoners afspraken met diverse zorgaanbieders. Daarnaast speelt zorginkoop een rol in de langdurige zorg. De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt dat zorgkantoren namens verzekerden afspraken maken met zorgaanbieders over vernieuwing en kwaliteit.
Niet eenduidig
Gezien het brede spectrum waarin zorginkoop wordt ingezet, is de conclusie van de RVS dat de effecten op de kernelementen van het Nederlandse zorgstelsel nogal diffuus zijn, niet verrassend. “Het blijkt moeilijk om aan te geven welke invloed de zorginkoop heeft gehad op de ontwikkeling van een sector als geheel. Dat heeft alles te maken met de manier waarop mensen aankijken tegen wat zorginkoop is en wat er onder wordt geschaard. Dat verschilt per deelsector en binnen deelsectoren.” Bovendien blijken de opvattingen over kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid ook niet eenduidig, hetgeen weer van invloed is op de gepercipieerde invloed van zorginkoop.