Artsen zijn tegen euthanasie als er sprake is van een ‘voltooid leven’. Ze vinden het weliswaar ‘invoelbaar’ dat niet zieke ouderen een weloverwogen doodswens kunnen hebben, maar noemen het onwenselijk om in deze situatie hulp bij zelfdoding wettelijk mogelijk te maken. Een aparte wet brengt veel risico’s en nadelen met zich mee.
Dat laat de artsenfederatie KNMG woensdag weten. Artsen in Nederland mogen sinds 2002 na een uitdrukkelijk verzoek van de patiënt euthanasie plegen of helpen bij zelfdoding. Maar dan moet er sprake zijn van ondraaglijk en uitzichtloos lijden, veelal om medische redenen. Er bestaat een strenge toetsing voor.
Uitbreiding
In de politiek wordt gestreden over uitbreiding van de gronden voor euthanasie. Vorig jaar was het kabinet positief over een plan om ook ouderen die ‘klaar zijn’ met het leven, te kunnen helpen uit het leven te stappen. De KNMG raadpleegde haar achterban, omdat ze verwacht dat het een belangrijk onderwerp is bij de formatie van een nieuw kabinet. VVD en D66 zijn voorstander van een nieuwe wet.
Maar de artsen hebben daar principiële en praktische bezwaren tegen. Ze vrezen dat het leidt tot uitholling van de huidige euthanasiepraktijk terwijl die nu zorgvuldig en transparant is en een groot draagvlak heeft. Bovendien is het nu ook al zo dat bij een stapeling van ouderdomsklachten en niet-medische problemen ook al voldaan kan zijn aan de eis van ‘uitzichtloos lijden’, stelt de KNMG.
Overbodig
Daarnaast waarschuwen de artsen ervoor dat een nieuwe wet kan leiden tot ongewenste maatschappelijke effecten. Zo kunnen ouderen zich onveilig en overbodig gaan voelen of druk ervaren van hun omgeving om er een eind aan te maken. Het is volgens de KNMG beter om te onderzoeken hoe het gevoel van zinloosheid kan worden aangepakt. Het gaat om ‘complexe en tragische problematiek’ waarvoor geen eenvoudige oplossingen bestaan, stelt de KNMG.
Ook al hoeven artsen niet betrokken te worden bij de toetsing van een voltooid leven, ze zullen toch bij de procedure betrokken raken, denkt de KNMG. Al is het alleen al om te kijken of de patiënt beginnende dementie of een te behandelen psychiatrische aandoening heeft. Bovendien zouden artsen een stervenshulpverlener kunnen bijstaan. (ANP)