De vermijdbare administratieve lasten in het gedecentraliseerde zorgdomein dalen niet snel genoeg. Dat blijkt uit een onderzoek dat Q-Consult uitvoerde in opdracht van staatssecretaris Van Rijn (VWS). De inmiddels demissionair staatssecretaris belooft de Tweede Kamer daarom dat er ook in 2017 en daarna aandacht voor zal zijn. Hij denkt daarbij onder meer aan verplichte standaarden en protocollen.
Van Rijn beloofde de Kamer in de zomer van 2016 iets te doen aan de administratieve rompslomp die was ontstaan door de decentralisatie van de maatschappelijke ondersteuning en de jeugdhulp naar de gemeenten. Daarop gaf hij Q-Consult opdracht om hiernaar onderzoek te doen en oplossingen aan te dragen.
Standaarden
Hieruit bleek dat er weliswaar breed draagvlak is voor de doelen van de transitie, namelijk het dichterbij de cliënt organiseren van zorg, maar dat de toename van administratieve lasten zorgaanbieders bijna twee jaar na de transitie nog altijd zwaar viel.
Dat komt mede doordat gemeenten en zorgaanbieders nog onvoldoende gebruik maken van de middelen die er als zijn om de uitvoering van Wmo en Jeugdwet te standaardiseren. De standaarden zijn in 2016 door het programma i-Sociaal Domein, in opdracht van de VNG en de branches voor zorgaanbieders gepubliceerd. Als gemeenten en aanbieders de uitvoeringsvarianten consequent toepassen dalen de administratieve lasten. De eerste resultaten zijn in het onderzoek van Q-Consult al zichtbaar, zo schrijft de staatssecretaris aan de Kamer.
Gesprekken
In 2017 wordt daarom de aanpak van regeldruk doorgezet en waar nodig geïntensiveerd. Die aanpak bestaat onder meer uit gesprekken met de VNG en de branches voor aanbieders, de analyses van het programma i-Sociaal Domein en door het ministerie geïnitieerde regeldruksessies. Daarnaast zijn het CAK, de VNG en het programma i-Sociaal Domein bezig om het proces van de eigen bijdrage voor de Wmo 2015 te optimaliseren.
De ambitie is dat eind 2017 alle gemeenten en de door hen gecontracteerde aanbieders de standaarden hebben geïmplementeerd als er nieuwe contracten worden afgesloten.
Wetsvoorstel
Van Rijn heeft ook met de Kamer afgesproken dat er ook een wetsvoorstel komt. “Dit behelst een delegatiegrondslag in de Wmo2015 en de Jeugdwet op basis waarvan een ministeriële regeling opgesteld zal worden”, schrijdt hij. “In deze ministeriële regeling worden regels opgenomen die kunnen gaan over de wijze van bekostiging, gegevensuitwisseling en/of verantwoording. In deze regeling kan bijvoorbeeld het gebruik van de uitvoeringsvarianten, het gebruik van het standaardberichtenverkeer of het gebruik van het landelijk verantwoordingsprotocol worden verplicht.”