479900674
Betere behandeluitkomsten, innovatie en versterking van onderwijs, onderzoek en opleiding, met deze doelen voor ogen zijn de afdelingen cardiologie en cardio-thoracale chirurgie van het Radboudumc en Isala Hartcentrum een strategische alliantie aangegaan. De betrokken raden van bestuur ondertekenen hiertoe op 1 mei een overeenkomst.
“Groei zit er de komende jaren niet in, dus moeten ziekenhuizen op een slimme manier betere, goedkopere zorg leveren”, licht Ed de Kluiver, bestuursvoorzitter van Isala Hartcentrum, de alliantie toe. “Door deze alliantie kunnen we gezamenlijk alle hartzorg leveren, behalve transplantatie en kinderhartchirurgie. Waar we elkaar in gevonden hebben is value based healthcare. Dat hadden we al los van elkaar in gang gezet, maar dat gaan we versterken en versneld uitrollen.”
“Value based healthcare is misschien een beetje een modewoord, maar bij deze alliantie gaat het uiteindelijk wel om het zichtbaar maken van de uitkomsten voor de patiënt”, zegt Menko Jan de Boer, afdelingshoofd cardiologie Radboudumc. “We willen duidelijk maken hoeveel zorg er terugkomt voor iedere geïnvesteerde euro.”
Gezamenlijke zorgpaden
De alliantie richt zich op zeven thema’s. In eerste instantie worden drie gezamenlijke zorgpaden voor respectievelijk aangeboren hartafwijkingen, aortachirurgie en hartrevalidatie opgezet. Deze zorgpaden kenmerken zich onder meer door shared decision making, de inzetbaarheid van artsen op beide locaties en per zorgpad gespecialiseerde hart-teams. Binnen de gezamenlijke zorgpaden kunnen straks patiënten van Isala in het Radboudumc behandeld en vice versa. Wel behouden beide centra hun eigen identiteit en hebben patiënten altijd de vrije keuze voor een behandelaar.
Complementair
Volgens de betrokkenen zijn beide afdelingen in hoge mate complementair. “Voor wat betreft de reguliere cardiologische en cardio-thoracale zorg zitten we niet in elkaars werkgebied, dus van concurrentie is geen sprake”, zegt Isala-bestuursvoorzitter Rob Dillmann. “We vullen elkaar juist heel goed aan op een flink aantal punten. Radboudumc heeft als academisch ziekenhuis een aantal bijzondere patiëntgroepen in portfolio. Het Isala Hartcentrum heeft juist weer de patiëntaantallen.” Wat beide partijen verbindt is volgens Dillmann eenzelfde filosofie over patiëntenzorg en focus op innovatie.
Tekort
De samenwerking kent naast een zorginhoudelijke ook een HR-kant. “Er is een enorm tekort aan gespecialiseerde verpleegkundigen”, zegt De Boer. “Je kunt elkaar helpen door over en weer mensen te sturen als er acute problemen dreigen, maar wat we vooral willen doen is op termijn de opleidingen goed in stelling brengen. Door deze samenwerking kun je een veel betere behoeften-raming doen. We hebben daarnaast in Nederland een conservatieve attitude als het om mobiliteit gaat. Mensen blijven vaak veertig jaar in één en hetzelfde ziekenhuis werkzaam. In onze samenwerking kun je ook afspreken hoe we de mobiliteit bevorderen.”
Toegevoegde waarde
De strategische samenwerking is niet uit de lucht komen vallen. Tussen de hartafdelingen van beide ziekenhuizen bestaan al jarenlang persoonlijke banden. Eén en ander mondde vijf jaar geleden uit in een gezamenlijke wetenschappelijk bedrijf, waar inmiddels veertig mensen werken. “Vanuit dit bedrijf zijn in snel tempo grote studies opgezet waar beide centra aan deelnemen”, zegt De Kluiver. “Er is een enorme uitwisseling geweest tussen beide ziekenhuizen waarbij we elkaar over en weer geholpen hebben op die gebieden waar de een of de ander sterk in is.”
Zo is Radboudumc gespecialiseerd in aangeboren hartafwijkingen, aortachirurgie, vrouwencardiologie en de percutane aortaklepvervanging . Isala heeft juist weer veel ervaring op het gebied van robot-ondersteunde hartchirurgie en e-health. De Kluiver: “Die samenwerking loopt al zo goed en de toegevoegde waarde is zo evident, dat nu het moment rijp is om dat concreet maken en formeel in een vat gieten.”
“Ik ken beide organisaties van binnenuit, dan zie je mogelijkheden beter dan bij een externe organisatie”, stelt De Boer, die in 2010 de overstap maakte van Zwolle naar Nijmegen. “Samenwerkingen als deze zijn in het verleden nog wel eens gestrand omdat van tevoren niet goed was nagedacht over hoe zoiets in stelling te brengen. Wij zijn al zeven jaar bezig, dus we stappen behoorlijk voorbereid het diepe in.”
Aandachtpunten
Dat neemt niet weg dat er voldoende aandachtspunten zijn. “Informatie-uitwisseling staat bovenaan het lijstje”, zegt De Boer. “Hoe ga je met elkaars ict en epd om? Als je goed over twee locaties wilt werken dan moet je enorm goede ict-ondersteuning hebben. Dat zijn de dingen waar het ook op fout kan gaan. Anders krijg je toch weer situaties waarbij je cd’tje met patiëntgegevens moet rondsturen. Dat kan anno 2017 niet meer.”
Ook de financiering is de revue gepasseerd. “We hebben goede afspraken over het hoofdbehandelaarschap, dat is wel belangrijk”, erkent De Boer. “We kijken aan de voorkant waar de patiënt het beste geholpen kan worden”, zegt De Kluiver. “Dat betekent dus dat de facturatie daar vandaan komt waar het kerndeel van de behandeling plaats vindt. In eerste instantie blijft bekostiging zoals die is, maar we gaan in toekomst wellicht wel kijken of er nieuwe manieren van bekostiging mogelijk is.”
“De afspraak is dat het ziekenhuis waar de patiënt in hoofdzaak behandeld wordt, declareert”, zegt Dillmann. “Dat is een kwestie van even goed uitzoeken. Wat we niet gaan doen is informatie uitwisselen over prijzen. Misschien komt dat er ooit van, maar dan zullen we netjes langs de bevoegde autoriteiten gaan.”
De alliantie wordt in principe voor een periode van vijf jaar afgesloten. “Vanzelfsprekend evalueren we tussentijds, maar over vijf jaar is het moment om te zeggen: is dit geslaagd of niet?”, aldus De Boer. “Daarbij laten we effecten van deze netwerksamenwerking heel precies doormeten. Dat is onontgonnen terrein.”
“Zijn de uitkomsten van zorg aantoonbaar beter geworden, zijn de zorgprogramma’s goed doorontwikkeld, hoe staat het met de opleiding en wetenschappelijk output, dat zijn factoren waar we op gaan op toetsen”, zegt Dillmann. “De opdracht die we ons Hartcentrum hebben meegegeven is: zorg dat je kwalitatief top de top drie van Nederland hoort.”
Breder toepassen
Of Isala en Radboudumc school maken met hun alliantie en andere topklinische en academische ziekenhuizen tot structurele samenwerking aanzetten? De Boer hoopt van wel: “Nederland is te klein om allerlei lokale initiatiefjes te hebben. Het Radboudumc werkt en Isala werken daarom al langer samen met andere ziekenhuizen op het gebied van onder meer hartzorg. Verdere samenwerking is juist hard nodig om van elkaar te leren.”
Ook de patiënt plukt wat Dillmann betreft direct vruchten van de alliantie. “Het vastleggen van uitkomsten vanuit patiëntenperspectief of het breder toepassen van e-health, dat zijn concepten waar patiënten direct voordeel van kunnen ondervinden.”