In Nederland bestaan regionale verschillen in ervaren gezondheid, het hebben van langdurige aandoeningen en het hebben van beperkingen. In de GGD-regio’s Zuid-Limburg en Rotterdam-Rijnmond rapporteren mensen vaker gezondheidsproblemen, terwijl in de GGD-regio’s Utrecht en Kennemerland de ervaren gezondheidstoestand van de bevolking juist relatief goed is.
Dit blijkt uit nieuwe landelijke en regionale cijfers van de gezamenlijke Gezondheidsmonitor van GGD’en, CBS en RIVM. De drie instanties hebben bijna een half miljoen Nederlanders van 19 jaar en ouder een vragenlijst laten invullen. Het aandeel mensen dat aangeeft beperkingen te ondervinden, loopt uiteen van 29 tot 38 procent in de verschillende GGD-regio’s.
Verschillende factoren kunnen volgens de betrokken instanties een rol spelen bij het vóórkomen van regionale verschillen in ervaren gezondheid. Die verschillen hangen samen met bijvoorbeeld bevolkingssamenstelling, opleidingsniveau, leefstijl, zorggebruik en omgevingskenmerken. Zo is een mogelijke verklaring van de regionale gezondheidsverschillen het relatief hoge aantal 65-plussers in Limburg en de relatief jonge bevolking in regio Utrecht. De GGD’en analyseren de regionale uitkomsten, bekijken waar eventuele gezondheidsverschillen door worden veroorzaakt en adviseren over een mogelijke aanpak.
Langdurige aandoeningen
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat eenderde van de volwassen Nederlanders door gezondheidsproblemen beperkt zegt te zijn in reguliere activiteiten. Ook geeft eenderde aan één of meer langdurige aandoeningen te hebben. Toch ervaart driekwart van de Nederlanders de eigen gezondheid als goed of zeer goed.
Met name 65-plussers voelen zich door problemen met hun gezondheid beperkt in dagelijkse activiteiten. De helft geeft aan één of meer langdurige aandoeningen te hebben en daardoor beperkt te worden. Eveneens de helft zegt beperkt te zijn in dagelijkse activiteiten, vanwege een probleem met de gezondheid. Bij de 19- tot 65-jarigen ligt dit met 29 en 28 procent veel lager.
62 Procent van de 65-plussers beoordeelt de eigen gezondheid over het algemeen als goed of zeer goed. Bij de 19- tot 65-jarigen is dit 80 procent.
Geen beperking
Het hebben van één of meer langdurige aandoeningen betekent niet automatisch dat mensen ook beperkingen hebben in de reguliere activiteiten, of dat ze hun gezondheid als minder dan goed ervaren. Van de mensen die aangeven een aandoening te hebben zegt bijvoorbeeld 28 procent geen beperking te hebben als gevolg van gezondheidsproblemen. Ook ervaart 45 procent van de mensen met een aandoening de eigen gezondheid in het algemeen als (zeer) goed.
Vanaf vandaag staan de landelijke en regionale cijfers van 21 gezondheids- en leefstijlindicatoren van de gezamenlijke Gezondheidsmonitor op StatLine en op www.volksgezondheidenzorg.info. De cijfers van de Gezondheidsmonitor 2016 leveren input voor landelijk, regionaal en lokaal gezondheidsbeleid. Met de decentralisaties in het sociaal domein, die de laatste jaren zijn doorgevoerd, hebben gemeenten en gezondheidsorganisaties een toegenomen behoefte aan gegevens over gezondheid en leefstijl.