54452323
Een derde tot de helft van de zorgverleners die van de tuchtrechter een waarschuwing, berisping of geldboete opgelegd krijgt overweegt te stoppen met werken. Dit komt naar voren uit onderzoek van het NIVEL onder een kleine driehonderd zorgverleners met een gegrond verklaarde tuchtklacht. Het is vooral openbaarmaking van een tuchtuitspraak die de procedure extra belastend maken.
De NIVEL-onderzokers constateren dat een berisping van de tuchtrechter, inclusief openbaarmaking in regionale dag- of weekbladen en in het BIG-register, de betrokken zorgverlener op zowel persoonlijk, professioneel en zakelijk vlak raakt.
‘Gecriminaliseerd’
Het tuchtrecht moet bijdragen aan de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Hoewel straffen niet het primaire doel is van het tuchtrecht, overheerst voor betrokken hulpverleners wel het gevoel van straf. “Het woord ‘tucht’, uit het begrip tuchtrecht, roept associaties op met het begrip straffen”, zegt onderzoeker Roland Friele. “Zorgverleners geven aan dat ze zich ‘aangevallen’, ‘machteloos’, ‘boos’ en ‘gecriminaliseerd’ voelen.”
Sinds de wetswijziging BIG in 2012 wordt informatie over berispingen en geldboetes bij zorgverleners openbaar gemaakt. Deze openbaarmaking leidt tot extra belasting voor hun partner of gezin.
Stoppen
Op grond van dit alles overwoog ruim de helft van de zorgverleners met een berisping of geldboete om te stoppen met werken. Onder zorgverleners met een waarschuwing, die niet openbaar worden gemaakt, was dit ruim een derde. Twaalf procent van de zorgverleners met een berisping of geldboete aan uiteindelijk gestopt te zijn met werken als gevolg van de tuchtrechtprocedure in combinatie met openbaarmaking.
Dit zijn vooral zorgverleners ouder dan 60 jaar. Van de zorgverleners onder de 60 jaar met een berisping of geldboete zegt 4 procent gestopt te zijn met werken als gevolg van de tuchtrechtprocedure. Daarbij moet bedacht worden dat de tuchtrechter de klacht weliswaar gegrond heeft verklaard, maar niet heeft besloten tot het schrappen van de betreffende zorgverlener uit het BIG-register.
Internet
Openbaarmaking heeft ook zakelijke gevolgen, zoals het kwijtraken van patiënten, minder nieuwe patiënten krijgen en beperkingen in de carrièremogelijkheden. “Als een zorgverlener een berisping of geldboete heeft gehad zie je dat al snel op internet”, licht Friele toe. “Zeker als de zorgverlener een niet veel voorkomende naam heeft.”
Onevenredige schade
Met het onderzoek geeft het NIVEL vervolg aan een toezegging van minister Schippers. Zij beloofde bij het wijzigen van de wet BIG in 2012 om te laten onderzoeken wat de gevolgen van het openbaar maken van berispingen en geldboetes zijn. Volgens de beroepsvereniging van artsen KNMG bewijst het onderzoek dat de aanpassingen in het tuchtrecht hun doel voorbij schieten. Naming and shaming brengt onevenredig veel schade toe aan de betrokken artsen. De KNMG vindt dan ook dat berispingen van en boetes voor artsen niet meer openbaar moeten worden gemaakt.
Volgens de KNMG moeten artsen die fouten maken uiteraard worden aangepakt en is het ook belangrijk dat patiënten goede informatie krijgen over artsen. Maar een tuchtmaatregel na een individuele klacht zegt volgens de artsen niets over de totale kwaliteit van de betrokken arts, aldus de KNMG.
Uit een parallel onderzoek van het NIVEL blijkt dat burgers nog altijd veel waarde hechten aan informatie over berispingen en geldboetes. Eén op de zes patiënten zoekt bij een nieuwe zorgverlener op internet naar informatie over de zorgverlener. Als het de eigen huisarts betreft dan zegt een op de tien een andere huisarts te zoeken als blijkt dat deze een berisping heeft gekregen.
Eerder onderzoek van het NIVEL toonde aan dat patiënten die een klacht indienden bij de tuchtrechter vaak niet tevreden zijn met het resultaat. De meeste mensen die een klacht indienen, willen dat wat hen is overkomen anderen niet ook overkomt. Slechts een kwart van de patiënten waarvan de klacht gegrond werd verklaard denkt dat dit doel is bereikt met hun klacht.