GGZ Nederland, Federatie Opvang en de RIBW Alliantie alsmede cliënten- en familieorganisatie MIND zijn verbolgen over het feit dat het demissionaire kabinet geen besluit meer neemt over de toegang van mensen met psychische aandoeningen tot de Wet langdurige zorg (Wlz). De veldpartijen vinden dat het kabinet “de meest kwetsbare mensen in onze samenleving in de kou laat staan”.
Op grond van het huidige wettelijke kader hebben mensen op grond van een psychische aandoening geen toegang tot de Wlz. In februari 2014 heeft een brede meerderheid in de Tweede Kamer een motie aangenomen, waarin gevraagd werd de toegang van ggz-cliënten tot de Wlz te regelen. Ook het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) lieten al weten toegang tot de Wlz voor ggz-cliënten belangrijk te vinden.
Tot besluitvorming door de minister en staatssecretaris is het echter nog niet gekomen. Tegenover de Kamer liet staatssecretaris Van Rijn op 28 juni weten dit besluit aan een nieuw kabinet over te laten, hoewel het onderwerp door de Kamer als niet-controversieel is aangemerkt.
Moeite met meedoen
Nieuw uitstel betekent volgens de veldpartijen dat 12.000 tot 16.000 mensen geen passende zorg krijgen. Ook dreigt de zorg voor deze groep mensen met ernstige psychiatrische problematiek per 2020 blijvend via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bekostigd te worden. “Wij vrezen echter dat cliënten in de Wmo overvraagd worden, omdat die wet uitgaat van zelfstandig meedoen aan de samenleving, terwijl dat juist is waar cliënten moeite mee hebben”, schrijft GGZ Nederland.