A queue of abstract people waiting near the red door. 3d render illustration isolated on white Publication: 0009400114003 attachment Schmerzmedizin 00940_030_003 Publikationsname / Publikationsnummer / E-Tag TT.MM.JJJJ (optional)
De wachttijden in de medisch-specialistische zorg zijn voor het eerst sinds 2013 weer aan het stijgen. Bij acht specialismen zijn de wachttijden voor de polikliniek landelijk inmiddels zelfs gestegen tot boven de Treeknormen. Dit concludeert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
De Treeknorm voor poliklinieken bedraagt vier weken, voor acht specialismen geldt er momenteel een wachttijd van ruim vier tot bijna zeven weken, volgens de NZa. De acht specialismen zijn: Allergologie (6,6 weken), Oogheelkunde (6,5 weken), Maag-, darm- en leverziekten 6,2 (weken), Reumatologie (5,0 weken), Revalidatiegeneeskunde (4,9 weken), Pijnbestrijding/anesthesiologie (4,5 weken), Neurochirurgie (4,1 weken) en Neurologie (4,1 weken).
Seizoentrends
Uit het NZa-onderzoek blijkt dat veel factoren invloed hebben op de wachttijden in de medisch-specialistische zorg. Zo is er te weinig sprake van een proactieve gezamenlijke aanpak van wachttijden en ondervinden partijen problemen bij de aanpak van knelpunten in de keten als gevolg van drukte op de SEH en schotten in de bekostiging. Daarnaast spelen er tijdelijke en structurele afhankelijkheden, waarbij gedacht kan worden aan ‘seizoentrends’ waardoor wachttijden aan het eind van het jaar oplopen, onvoldoende afstemming rond afbouw van capaciteit bij naburige aanbieders en de krapte op de arbeidsmarkt in krimpgebieden; en is de registratie van wachttijden niet altijd juist en volledig.
Het onderzoek laat volgens de NZa zien dat niet elke overschrijding van de Treeknorm direct een probleem voor de patiënt oplevert. Doordat er sprake is van veel factoren, is er volgens de Zorgautoriteit geen eenduidige verklaring te geven voor de toegenomen wachttijden en is ook geen enkelvoudige oplossing mogelijk.
Om die reden ziet de NZa de oplossing in een integraal plan. Primair zijn zorgaanbieders en zorgverzekeraars aan zet om problematische wachttijden aan te pakken. Ook de overheid en de burger kunnen een bijdrage leveren aan het terugdringen van de wachttijden. De NZa zal sturen op samenwerking tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars en dit ook faciliteren.
Informatievoorziening aan patiënten
Het integrale plan bestaat uit vier onderdelen. Ten eerste is het volgens de NZa cruciaal dat patiënten weten waar zij recht op hebben en wat hun mogelijkheden zijn. De informatievoorziening aan patiënten moet verbeteren. Ziekenhuizen en zorgverzekeraars moeten patiënten en verzekerden actief bemiddelen naar een ander ziekenhuis als de wachttijden te lang zijn. En mensen moeten actief worden geïnformeerd over hun rechten. De NZa roept mensen op zich te melden wanneer zij ondanks bemiddeling toch te lang moeten wachten.
Ten tweede moet de registratie van wachttijden verbeteren. Ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra zijn verplicht hun wachttijden te publiceren. De NZa kondigt aan hier strenger op toe te gaan zien. In overleg met de ziekenhuizen en zorgverzekeraars bekijkt de Zorgautoriteit de mogelijkheden om op één plek wachttijden te registreren.
Ten derde vraagt de NZa zorgverzekeraars en ziekenhuizen afspraken te maken over een gezamenlijke aanpak van de wachttijden. “Nu verwijzen ziekenhuizen en verzekeraars nog te vaak naar elkaar in plaats dat zij de te lange wachttijden gezamenlijk aanpakken. In het belang van de patiënt is het zaak dat zij samenwerken.”
Substitutie is het laatste onderdeel van het plan. De NZa ziet een deel van de oplossing in het doorverwijzen van patiënten naar zelfstandige behandelcentra of de huisarts en andere eerstelijnszorg. Initiatieven voor deze verwijzing komen niet altijd van de grond en daarom zal de NZa dit gaan ondersteunen. Wanneer er sprake is van belemmering door de bekostiging, dan roept de NZa op dit te melden.
De NZa vraagt bovendien aandacht voor regionale knelpunten op de arbeidsmarkt. In het noorden en oosten van het land blijken de wachttijden hoger op te lopen, wat volgens zorgaanbieders en zorgverzekeraars een gevolg is van een mismatch op de arbeidsmarkt. Op korte termijn roept de NZa zorgaanbieders in zowel de eerste als tweede lijn en zorgverzekeraars in de regio in overleg te gaan.
NVZ
In een reactie laat woordvoerder Wouter van der Horst van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) weten het ook van groot belang te vinden dat de patiënt voldoende informatie heeft om te kunnen kiezen waar hij of zij behandeld wil worden. De brancheorganisatie vindt het NVZ-kwaliteitsvenster “een belangrijk instrument hiervoor”, dat onder meer informatie over de wachttijden bevat. “Ziekenhuizen informeren hun patiënten over actuele wachttijden en zullen patiënten actief wijzen op de zorgplicht en zorgbemiddelingsrol van verzekeraars.”
Wat het tekort aan medisch specialisten betreft, noemt Van der Horst het noodzakelijk dat er voldoende specialisten opgeleid worden om voldoende zorg te kunnen blijven aanbieden. De NVZ gaat met partijen kijken hoe er meer specialisten kunnen worden opgeleid. Wat de roep van de NZa om substitutie betreft, laat de NVZ weten dat extra bedden in de eerste lijn noodzakelijk zijn om de druk in ziekenhuizen te kunnen oplossen. Er wordt in de lopende contracteringsafspraken tussen ziekenhuizen en verzekeraars volgens de NVZ “nadrukkelijk ingezoomd op de mogelijkheden voor substitutie van ziekenhuiszorg naar de eerste lijn”.
Verder wijst Van der Horst erop dat er net een meerjarenakkoord is gesloten met het ministerie van VWS waarin staat dat ziekenhuizen mogen groeien. Ziekenhuizen leiden meer verpleegkundig personeel op en in de regio zijn projecten gestart waarbij patiënten die niet in het ziekenhuis thuishoren worden behandeld op speciaal daarvoor ingerichte herstelafdelingen. Van der Horst: “Zo kunnen patiënten, jong en oud, die het echt nodig hebben sneller geholpen worden.”