493219836
De toepassing van robottechnologie in de zorg krijgt momentum. Daarmee komt het onderwerp ook onherroepelijk op de bestuurlijke agenda te staan. Dat zeggen verschillende deskundigen in het zomernummer van Skipr-magazine.
Volgens Hans Ossebaard, innovatieadviseur bij het Zorginstituut Nederland, zijn er op macroniveau drie redenen aan te wijzen voor de groeiende belangstelling voor robots. Naast de immer stijgende kosten van de zorg, zijn dit de oprukkende vergrijzing en de steeds nijpender arbeidsmarktkrapte in met name de langdurige zorg. “Daarmee komt deze technologie steeds hoger op de bestuursagenda te staan”, zegt Ossebaard in Skipr magazine 7/8 juli 2017. “Van ‘het is duur en ik snap er niks van’ naar ‘we moeten het maar eens gaan onderzoeken’.”
“Ik denk dat zorgbestuurders het zich niet kunnen veroorloven de ogen voor deze ontwikkeling te sluiten”, stelt Greet Prins, naast bestuursvoorzitter van zorgorganisatie voor mensen met een beperking Philadelphia ook voorzitter van de projectgroep ‘Mens en machine’ van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS).
Enorme invloed
Volgens Rinie van Est van het Rathenau-instituut hangt de groeiende impact van robots samen met technologische ontwikkelingen. Robots maken in toenemende mate onderdeel uit van genetwerkte verbanden. Door de koppeling met smartphones en wearables groeit de functionaliteit van robots razendsnel. Van Est wijst ook op de fusie tussen technologie en biologie. Door de toepassing van slimme protheses vervaagt het harde onderscheid tussen mens en machine. “En als je zo kijkt, zie je dat er een alsmaar accelererend momentum is”, zegt Van Est. “Dat heeft nu al een enorme invloed op de arbeidspraktijk in de zorg en die zal nog enorm gaan toenemen.”
Interactie
Los van de toekomstige mogelijkheden zijn er nu al tal van robots in allerlei soorten en maten in de zorg terug te vinden. In de cure gaat het om operatie-, informatie, transport- en hygiënerobots. In de care zijn het de service- en sociale robots en persoonlijke digitale assistenten die de toon zetten. Ook Philadelphia is een proef gestart met robot Phi, een door Philadelphia-medewerkers op maat geprogrammeerde versie van de sociale robot Pepper.
Deze kan simpele gesprekken voeren en reageren op emoties. Prins: “We denken aan toepassingen als interactie met cliënten met autisme, die vaak dezelfde vragen stellen en op wie de monotonie van een robotstem rustgevend werkt. Daarnaast aan het activeren van cliënten om bijvoorbeeld gymnastiekoefeningen te doen, aan toezichtsfuncties via het beeldscherm of aan monitoring bij het tanden poetsen. We kunnen enorm veel bedenken, maar we staan aan het begin en ik kan nog niet zeggen welke toepassingen de meeste meerwaarde zullen bieden.”
Dit soort experimenten zij volgens Ossebaard een teken aan de wand. “Er is momentum aan het ontstaan. Nog maar een jaar of tien geleden was praten over robots bij de meeste zorginstellingen in de care vloeken in de kerk. Dat is echt veranderd.”
Wake up-call
Toch ziet Prins nog de nodige barrières, met name psychologische bij cliënten, familie en medewerkers. Wat haar betreft, is het een maatschappelijke opdracht voor een grote speler als Philadelphia om hierin het voortouw te nemen. “Zie het als een wake up-call richting de branche. In mijn ogen moeten we met deze technologie aan de slag. Experimenteren en uitproberen, zodat we gaan begrijpen hoe we het op een zinvolle manier kunnen gebruiken. En we moeten praten over vragen als: wie is straks verantwoordelijk voor wat robots doen? Hoe maken we het veilig? Van wie zijn de data die eruit voortkomen? Hoe gaan we om met de privacy? Hoe bereiden we onze mensen erop voor? Ik moet zeggen dat ik het thema bij de afgelopen verkiezingen in de partijprogramma’s node heb gemist.”
Menselijk contact
Ossebaard denkt dat het met die acceptatie wel goed zal komen. “Zolang het echt een toegevoegde waarde geeft, zinnige zorg oplevert en niet ten koste gaat van echt menselijk contact, denk ik dat dat wel zal lukken.” Daar twijfelt ook Prins niet aan: “Als je over een jaar of vijf bij een Philadelphia-vestiging binnenloopt, is mijn verwachting dat je daar robotica in enige vorm zult aantreffen.”