Vertegenwoordigers van alle partijen in de geestelijke gezondheidszorg hebben besloten om een kwaliteitsinstituut op te richten van en voor de ggz. Het belangrijkste doel is de doorontwikkeling van de Routine Outcome Monitoring (ROM), zodat deze adequaat en effectief kan worden ingezet.
Dit meldt GGZ Nederland mede namens LVVP, NVvP, NIP, MIND, P3NL, V&VN, Meer GGz, en Zorgverzekeraars Nederland.
De komende periode werken de betrokken partijen een functioneel model uit voor het Kwaliteitsinstituut, dat per 1 januari 2019 operationeel moet zijn. Het kwaliteitsinstituut moet de verschillende ontwikkelingen op het gebied van kwaliteit in de ggz met elkaar verbinden, zoals zorgstandaarden, intervisiesystemen en indicatoren, “waarbij inbedding in de klinische praktijk het uitgangspunt is”. Samen met de zorgstandaarden kan ROM “bijdragen aan een optimale leercyclus en zorgen voor een continue verbetering van de professionele normen”.
Discussie
De ROM staat momenteel onder discussie. Volgens critici is het ongeschikt als instrument om de kwaliteit van behandelingen met elkaar te vergelijken en bovendien zou de Stichting Benchmark GGZ (SBG) de aangeleverde gegevens van patiënten in strijd met de privacywetgeving verwerken. Stop Benchmark ROM eist om stopzetting hiervan in een kort geding dat op 13 juli dient. Meer dan 6800 mensen hebben de petitie van Stop Benchmark ROM inmiddels getekend.
Zorgverleners, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars stellen zich te realiseren dat draagvlak onder professionals en patiënten “een noodzakelijke voorwaarde is voor een betekenisvol gebruik van ROM”. Met het akkoord over het kwaliteitsinstituut leggen de partijen naar eigen zeggen de regie voor de doorontwikkeling van ROM waar die thuishoort: bij professionals en patiënten.
De SBG, overigens, is een onafhankelijk kenniscentrum dat bestuurd wordt door vertegenwoordigers van patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars, met als doel de kwaliteit van de zorg in de ggz te verbeteren door transparantie te bieden over behandeluitkomsten. Gevraagd naar het verschil met het nog op te richten kwaliteitsinstituut laat woordvoerder Mariska Siebring van GGZ Nederland weten: “Een verschil is dat het een bredere focus kent; het verbinden van verschillende ontwikkelingen op het gebied van kwaliteit. En natuurlijk dat de ontwikkeling van de maat voor kwaliteit onder regie van professional en patiënt plaatsvindt.”
Dataverzameling
Op de vraag of er nog een rol is weggelegd voor de SBG na oprichting van het kwaliteitsinstituut zegt Siebring dat er de afgelopen jaren veel geïnvesteerd is in onder meer de infrastructuur en kennis over dataverzameling. “Het is niet de bedoeling om dat allemaal naast ons neer te leggen.” Hoe een en ander precies invulling krijgt en hoe een verbinding tot stand komt, moet nader worden uitgewerkt.
GGZ Nederland en de andere initiatiefnemers van het kwaliteitsinstituut zijn niet per se tegenstander van de ROM: “Door ROM krijgen patiënten samen met hun behandelaar zicht en greep op de voortgang van de behandeling en kunnen zij keuzes maken over vervolgstappen. Ook kunnen de uitkomsten van ROM worden gebruikt door professionals onderling, om in een veilige omgeving van elkaar te leren. Op termijn draagt ROM – samen met andere informatiebronnen – bij aan transparantie van aanbieders aan patiënten en verzekeraars over de kwaliteit van het professionele handelen.”
Wel noemen de organisaties het een essentiële randvoorwaarde bij de doorontwikkeling van ROM dat de privacy bij de gegevensverzameling gewaarborgd blijft. Het systeem moet aan alle nieuwe eisen voor de bescherming van persoonsgegevens voldoen. De uitkomst van het kort geding van Stop Benchmark ROM noemen zijn dan ook “relevant” bij de doorontwikkeling van ROM.