BDIaktuell Ausgaeb 5/2015 Seite 9 Publikationsname / Publikationsnummer / E-Tag TT.MM.JJJJ (optional) *** Local Caption *** (c) pogonici / fotolia.com
De zorguitgaven zullen in 2040 zijn verdubbeld tot 174 miljard euro als deze in het huidige tempo blijven groeien. Deze toename komt door bevolkingsgroei, vergrijzing, technologie en stijging van de welvaart. De uitgaven aan kanker stijgen het hardst en zijn bijna helemaal toe te schrijven aan technologische ontwikkelingen, zoals nieuwe medicatie.
Dit blijkt uit het recent verschenen Trendscenario Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In het Trendscenario stijgen de reële zorguitgaven tot 174 miljard euro in 2040. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2015. Met ‘reële zorguitgaven’ bedoelt het RIVM dat in de berekening de ontwikkeling van prijzen niet is meegenomen. Uitgaven zijn dus uitgedrukt in prijzen van 2015.
De toekomstverkenning is gebaseerd op een analyse van de zorguitgaven in de periode 2003-2015, waarin de reële zorguitgaven zijn toegenomen met gemiddeld 2,8 procent per jaar. In de periode 2013-2015 is er sprake geweest van een sterke kostenbeheersing. Het RIVM heeft deze beperkte uitgavengroei meegenomen in de trendanalyse en gaat uit van een groei van de zorguitgaven van gemiddeld 2,9 procent per jaar.
Bevolkingsgroei en vergrijzing
De stijging van de zorguitgaven is volgens het RIVM voor eenderde te wijten aan bevolkingsgroei en vergrijzing. In 2015 was de zorg voor mensen van 65 jaar en ouder goed voor 43 procent van de totale zorguitgaven. In de periode tot 2040 neemt dit toe naar 58 procent. Van de totale groei van de zorguitgaven in de periode 2015-2040 is 72 procent toe te schrijven aan de groei van de uitgaven voor 65-plussers.
Maar liefst tweederde van de stijging van de uitgaven aan zorg is het gevolg van technologie en stijging van de welvaart. Van de uitgaven aan verschillende ziektegroepen groeien die voor de behandeling van aan kankers tot 2040 het snelst, dit komt vooral door technologische ontwikkelingen zoals nieuwe medicatie.
Tussen 2015 en 2040 stijgen de uitgaven aan de behandeling van nieuwvormingen het snelst, verwacht het RIVM. Het gaat om goedaardige en kwaadaardige nieuwvormingen, onder die laatste valt kanker. In 2040 wordt hieraan circa 23 miljard euro uitgegeven; ruim vier maal zoveel als in 2015 (ruim 5 miljard euro). Door deze stijging van zorguitgaven wordt in 2040 meer uitgegeven aan de behandeling van nieuwvormingen dan aan hart- en vaatziekten, waaraan in 2015 juist meer is uitgegeven.
Psychische stoornissen
Net zoals in 2015 zal in 2040 het meeste worden uitgegeven aan psychische stoornissen, inclusief dementie en verstandelijke beperking. De uitgaven gaan van zo’n 21 miljard euro naar circa 49 miljard euro. De uitgaven aan endocriene, voedings- en stofwisselingsziekten gaan van 2,5 miljard euro naar 8 miljard euro. Deze stijging komt volgens het RIVM vooral door hogere uitgaven aan diabetes mellitus (suikerziekte).
Van alle zorgsectoren stijgen in het Trendscenario de uitgaven aan de ouderenzorg het snelst, namelijk van 20 procent van de totale zorguitgaven in 2015 naar 27 procent in 2040. Ongeveer driekwart van deze groei is toe te schrijven aan de sterke groei van het aantal senioren. Door de vergrijzing stijgen de uitgaven voor ouderenzorg sneller dan de totale zorguitgaven.
De ouderenzorg is de enige sector die het aandeel aan de totale zorguitgaven ziet toenemen. Het RIVM verwacht dat het aandeel van de uitgaven aan ziekenhuiszorg op de totale zorguitgaven ongeveer gelijk zal blijven. Het percentage van de uitgaven in onder meer de eerstelijnszorg en gehandicaptenzorg zal juist iets afnemen.
Collectieve uitgaven
De verdubbeling van de zorguitgaven tot 174 miljard euro betekent dat de zorguitgaven per persoon stijgen van 5100 euro in 2015 tot 9600 euro in 2040. Een deel wordt collectief gefinancierd, een deel wordt betaald uit voornamelijk eigen bijdragen en aanvullende zorgverzekeringen – ook wel: de overige uitgaven. De collectieve uitgaven stijgen van 3800 euro per persoon in 2015 naar 7700 in 2040, de overige uitgaven van 1200 euro in 2015 naar 1900 in 2040.