Bij oudere patiënten met kanker moet de arts zich richten op de hele patiënt en niet alleen op de tumor. Dit betoogde hoogleraar Geriatrische oncologie Johanneke Portielje van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) tijdens haar inaugurele rede op 18 september.
Artsen zijn gewend om te focussen op de tumor. Maar bij ouderen draait het volgens Portielje ook om vragen als: hoe is de gezondheid van de patiënt, zal diegene zijn zelfstandigheid behouden en vindt hij de baten van een behandeling opwegen tegen de lasten? Die onderwerpen spelen mee bij behandelkeuzes. Ze wijst erop dat de risico’s van een behandeling vaak groter zijn op latere leeftijd en dat daarmee rekening moet worden gehouden.
In het HagaZiekenhuis, waar Portielje een dag in de week blijft werken, heeft ze daarom een gespecialiseerde polikliniek opgezet voor oudere patiënten met kanker en andere gezondheidsproblemen. Door haar patiënten oncologisch én geriatrisch in kaart te brengen, komt er een individueel behandelplan tot stand. “Dat wil ik ook in het LUMC gaan doen, samen met de afdeling Ouderengeneeskunde.”
Meer kennis
Om de zorg voor ouderen met kanker te verbeteren moeten artsen over meer kennis kunnen beschikken, vindt de hoogleraar. “Nu behandelen artsen vaak nog op de tast, omdat ze niet weten hoeveel winst een oudere kan verwachten van een bepaalde behandeling, hoe groot de kans is op bijwerkingen, enzovoorts.” Het LUMC werkt daarom in een regionaal verband aan voorspellingsmodellen die de dokter op zijn tablet kan raadplegen en die dit soort kennis inzichtelijk maken.
Portielje benadrukt in haar oratie het belang van meer wetenschappelijk onderzoek. “Het meeste onderzoek richt zich nog steeds op jongere patiënten, terwijl inmiddels meer dan de helft van de kankerpatiënten oud is”, constateert ze. “Ik zie hier een belangrijke taak voor de academische centra. Verder zou ik graag zien dat fabrikanten verplicht worden om de werkzaamheid en bijwerkingen van nieuwe medicijnen, voordat ze op de markt komen, goed te onderzoeken bij de uiteindelijke doelgroep.”