Stichting Careyn is er in bijna een jaar tijd niet in geslaagd om de tekortkomingen bij de intramurale zorgverlening weg te nemen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft de zorgorganisatie daarom opnieuw een aanwijzing gegeven. Careyn krijgt nog eens een jaar om de zorg te verbeteren.
Careyn kreeg op 7 november 2016 de eerste aanwijzing van de inspectie, omdat cliëntdossiers niet op orde waren, de deskundigheid en inzet van personeel onder de maat was en ook de kwaliteit en veiligheid van zorg onvoldoende waren. Careyn kreeg negen maanden de tijd om verbeteringen aan te brengen, maar moest in juli 2017 erkennen dat het niet ging lukken.
De inspectie heeft na herbezoeken aan zes locaties van Careyn wel geconstateerd dat er op alle thema’s wordt gewerkt aan verbetermaatregelen. Daardoor is het vertrouwen in de zorgorganisatie wel gegroeid, zo laat de inspectie weten. Daarom krijgt Careyn nu nog maximaal een jaar de tijd om verbeteringen af te ronden.
Zo moet Careyn moet uiterlijk op 1 april 2018 het verbeteren van de dossiervoering en de overdracht hebben afgerond. Verder moet Careyn uiterlijk op 7 november 2018 de tekortkomingen op het gebied van de inzet en deskundigheid van medewerkers, de sturing van kwaliteit en veiligheid en goed bestuur opgelost hebben.
Erkenning
Careyn ziet in de nieuwe aanwijzing een erkenning voor de bijzondere omstandigheden van de stichting en het feit dat de opdracht eigenlijk te complex en te omvangrijk is gebleken voor de in de eerste aanwijzing aangegeven periode.
“Wij krijgen meer tijd”, zegt bestuursvoorzitter Marco Meerdink. “Daar spreekt vertrouwen uit van de IGJ in ons verbeterprogramma. (..) We hebben zelf ook geconstateerd dat het verbeterprogramma nog niet geheel is afgerond. Het gaat om een cultuurverandering en dat kost nu eenmaal tijd. (..) We hebben er vertrouwen in dat we binnen de termijnen van de nieuwe aanwijzing de verbetermaatregelen kunnen afronden. Daarop zijn al onze inspanningen gericht.”
Riskant
In het AD spreken twee gezondheidseconomen zich uit over het besluit van de inspectie. Wim Groot, hoogleraar zorgeconomie in Maastricht, noemt het besluit onbegrijpelijk. Hij herhaalt in de krant zijn pleidooi voor een faillissement van Careyn. “Knip het bedrijf op en breng het onder bij andere zorginstellingen. Ik vermoed dat de Inspectie daar niet voor durft te kiezen, omdat ze niet kan overzien of anderen de zorg van de duizenden cliënten over kunnen nemen”, aldus Groot.
Gezondheidseconoom Guus Schrijvers vindt het besluit om Careyn uitstel te geven riskant. “Als er komende maand een bewoner overlijdt omdat zijn medicatie verkeerd ingevuld stond in het dossier, gaat de Inspectie verschrikkelijk nat.”
Ook financieel staat Careyn er slecht voor. Volgens de laatste interne berichten verwacht de organisatie dit jaar een verlies van ruim 2 miljoen euro te draaien. Er is een reorganisatieplan in de maak, maar vakbond FNV heeft er geen vertrouwen in, omdat een financiële onderbouwing nog ontbreek, aldus het AD.