Meer dan twee derde van de organisaties in de jeugdgezondheidszorg heeft de registratie van kindermishandeling niet op orde. Zorgverleners passen de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling niet altijd goed toe en ook de meldingsbereidheid laat te wensen over.
Dit concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in een onderzoeksrapport over de jeugdgezondheidszorg. De inspectie voerde het onderzoek in 2016 en 2017 uit door middel van inspectiebezoeken aan alle JGZ-organisaties in Nederland.
Organisaties in de jeugdgezondheidszorg leveren over het algemeen verantwoorde zorg en hebben steeds meer inzicht in de kwaliteit, concludeert de inspectie. Het merendeel van de onderzochte normen beoordeelde zij als voldoende. Wel zijn er nog aandachtspunten.
Zo is er volgens de inspectie vanuit het veld meer inspanning nodig voor een effectieve preventie en aanpak van kindermishandeling. De registratie van risicofactoren en kindermishandeling vindt momenteel vaak onvolledig, onjuist of helemaal niet plaats. Hierdoor is het bij het openen van een dossier niet meteen duidelijk dat sprake is van een risico- of aandachtskind.
Daarnaast werken de jeugdgezondheidszorg en Veilig Thuis-organisaties nog niet altijd goed samen. De jeugdgezondheidszorg is soms te afwachtend op initiatieven van Veilig Thuis om deze samenwerking te verbeteren. Een gemiste kans, constateert de inspectie, die tevens ziet dat het veld al via het actieplan Kindermishandeling aan de slag is gegaan met een aantal van de genoemde knelpunten.
Sociaal domein
De inspectie ziet ook verbetermogelijkheden wat betreft de positie van jeugdzorgorganisaties in het sociaal domein. Organisaties nemen niet overal een proactieve rol in en stellen zich te weinig op als initiator in het contact met gemeenten of andere partijen in het sociaal domein.
Ook de aanpak van psychosociale problematiek moet beter, concludeert de inspectie. Uit het onderzoek blijkt dat zorgmanagers niet altijd bereid zijn te investeren in betere samenwerking op dit vlak, omdat verplichte normen ontbreken. De inspectie noemt dit zorgwekkend.
Toezicht
Positief is de inspectie over het toezicht binnen organisaties op de kwaliteit van zorg. Dit toezicht is sinds het vorige inspectieonderzoek duidelijk verbeterd, aldus de IGJ. “Management en staf zijn in het algemeen goed op de hoogte van de lokale situatie. Bij sommige organisaties zijn ook de uitvoerende medewerkers hier goed van op de hoogte”, zo valt in het rapport te lezen.
De systemen voor het registreren en analyseren van incidenten en klachten van medewerkers zijn nog niet overal op orde. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om meldingen over gevoelens van onveiligheid in een leeg pand, onjuiste bejegening van ouders richting professionals of roken door medegebruikers van de panden in het zicht van kinderen. De inspectie concludeert dat de betreffende organisaties dit moeten verbeteren.